Giep Hagoort - 19 januari 2024

Wintereditie 2023/24 van Loving Geopolitics Magazine verschenen



Met steun van ASOM is de wintereditie 2023/24 van het digitale Loving Geopolitics Magazine verschenen. Het themakatern gaat over de actuele betekenis van politiek denker wijlen Hannah Arendt rond thema’s als het Midden-Oosten, ecologie, vluchtelingen, kunst, onderwijs, technologie en wereldbestuur. Met artikelen, essay’s en columns. In het algemene gedeelte onder meer aandacht voor geweldloos verzet en de relatie religie en geopolitiek.
Kernredactie: Hanke Drop, Nelly van de Geest en Giep Hagoort. Vormgeving: Erik Uitenbogaard.


Neem een gratis abonnement via www.lovinggeopolitics.nl. Aldaar ook vermelding van de podcasts.






Giep Hagoort - 7 mei 2023

Zojuist verschenen




Othello is dood, lang leve Othello vertelt het actuele, geopolitieke verhaal van een zwarte generaal in een witte omgeving. Het levert vijf verkenningstochten op naar een betere, humane wereld. Verbeeldingskracht speelt daarin een cruciale rol. De Moor Othello krijgt in een eigentijds interview de vraag voorgelegd of hij het leger van Zelensky zou willen aanvoeren in de strijd tegen de Rus. De vraag roept pijnlijke herinneringen bij hem op. Na enig stilzwijgen komt hij tot een duidelijk antwoord.

Foto Giep: door Joke van den Berg

Giep Hagoort (1948), initiatiefnemer van Loving Geopolitics Magazine, schreef Othello is dood, lang leve Othello op het raakvlak van kunst en geopolitiek. De Moorse generaal Othello, uit de gelijknamige tragedie van William Shakespeare, is misleid door de vaandrig Jago, wat een gruwelijk slot tot gevolg had. De geopolitieke aspecten uit het verhaal hadden tot nu toe onvoldoende aandacht gekregen. Deze publicatie poogt daarin verandering te brengen.
Met een oproep aan de lezer om het actuele verhaal mede inhoud en vorm te geven.

Concept en tekst: Giep Hagoort
Gesprek met Othello en cartoon De Peigies: Peig Troogah
Eindredactie: Hanke Drop
Omslag en boekverzorging: Erik Uitenbogaard
Foto ©: Joke van den Berg, c/o Pictoright Amsterdam, 2023 jokevandenberg.nl
Uitgave ©: Amsterdam School of Management www.asom.org
7 mei 2023

Othello is dood, lang leve Othello is een ChatGPT-vrij document.

Klik hier voor een persoonlijk exemplaar (pdf).






Giep Hagoort - 28 juni 2022

Waarde politici, activisten, bestuurders, adviseurs, ngo's en leden van het Geopolitiek Advies Complex
Nieuw leven in het medialandschap!
Het eerste, officiële e-nummer van Loving Geopolitics Magazine is uit. Uniek in Nederland en leverancier van frisse denkkracht van onderop. Halfjaarlijks te verschijnen. Mede mogelijk gemaakt door ASOM.

Via deze link naar je persoonlijk exemplaar.

Tip: neem een gratis abonnement om vernieuwende geopolitieke inzichten en kennis te delen!
Geef deze tip door aan vrienden, kennissen en collega’s.
Dank voor de aandacht

Vandaag, dinsdag 28 juni 2022, verschijnt het eerste halfjaarlijkse e-nummer van Loving Geopolitics Magazine. Het enige geopolitieke e-magazine in Nederland!
Trots en met een grote voldoening presenteert de kernredactie het nieuwe Loving Geopolitics Magazine. Na de proefeditie van december jl. vormden de enthousiaste reacties van lezers het directe motief om het initiatief te professionaliseren en van een nog grotere diepgang te voorzien.
Loving Geopolitics Magazine vormt een platform waar we met betrokken burgers hardop onze vragen en inzichten delen. De kernredactie wordt gevormd door (initiatiefnemer) Giep Hagoort, creativiteitsprofessor en stadstuinier, Hanke Drop, fantasierijke spil, docent community development en onderzoeker in het sociale domein bij Hogeschool Utrecht en Nelly van der Geest, een theatervrouw op zoek naar de poëzie van het leven, met een grote liefde voor concretiseren.

Dit geopolitiek platform wordt gedragen door denkers en doeners uit de wereld van onderzoek en onderwijs, regeneratieve economie, (inter)culturele praktijken en innovatief ondernemerschap. Je kunt hen in deze editie vinden. En we hopen de beweging te laten stromen. Daarom schrijven we niet alleen, maar organiseren we ook bijeenkomsten. Als je mee wilt doen, laat het ons weten. We verwelkomen je graag. De oorlog van Poetin tegen Oekraïne heeft als vredesvraagstuk een plaats binnen het nieuwe tijdschrift gekregen. Loving Geopolitics Magazine wil ook hier een progressief geluid laten horen voorbij het wapengekwetter en het vergroten van afstanden in onze wereld. We zijn heel blij dat Jolle Demmers in haar interview daarover zeer wijze woorden spreekt.
Erik Uitenbogaard heeft de vormgeving voor zijn rekening genomen. De cover straalt een dialoog uit tussen verrassing en open denkruimte. We hopen daarmee vele burgers te kunnen boeien. In het binnenwerk creëert Erik structuur en samenhang. Ook heeft Erik een digitale omgeving voor het tijdschrift opgezet met een website en een mailadres: www.lovinggeopolitics.nl. Uitgangspunt bij de opzet van dit magazine is om het digitaal te lezen. Dit spaart het milieu en geeft de mogelijkheid gebruik te maken van klikbare links voor snelle navigatie, externe sites, doorsturen en reacties.
We nodigen je als lezer uit gratis abonnee te worden. In december – wanneer het tweede nummer van jaargang 1 verschijnt - leggen we je dan voor hoe het abonnement (eventueel betaald, of via donaties) voortgezet kan worden. Op de cover staat de link waarmee je je abonneert. Inmiddels werken we aan een serie podcasts die in september wordt gepresenteerd en waarover nog nadere informatie volgt.

We kijken uit naar je reactie op het nieuwe nummer 1 van jaargang 1!
Hanke Drop, Nelly van der Geest en Giep Hagoort, Kernredactie.






Giep Hagoort - 17 maart 2022

Het amor mundi van kunstvakstudenten

Van 25 januari tot en met 4 februari 2022 vond aan de HKU een geopolitiek seminar plaats. Belangrijke uitkomst: studenten hebben het van groot belang gevonden dat in hun opleiding op actieve wijze aandacht aan de wereld om hen heen besteed wordt. Van dit seminar heeft Giep Hagoort, initiator en supervisor, een persoonlijk verslag geschreven. Het verslag is hier te raadplegen.

Klik hier voor het verslag in pdf .






Giep Hagoort - 28 december 2021

Een nieuwe geopolitiek e-magazine Loving Geopolitics

Als frisse denkkracht, aldus het Welkom van de kernredactie, met naast mij ook Hanke Drop en Nelly van der Geest. Met artikelen over de vermeende nieuwe Koude Oorlog, Theater Tribunalen, een regeneratieve wereldorde en het amor mundi van Hannah Arendt. Een inter-view met een wereldburger en natuurlijk de eerste columns en boekbesprekingen. Ook vergeten we de actualiteiten niet, dit keer over de Turkije-ruzie in de Adviesraad Internationale Vraagstukken en de Europa-paragraaf in het nieuwe coalitieakkoord van VVD, D66, CDA en CU. En ter afsluiting de jongereneditie Loving Geopolitics Young die een stem wil zijn van de nieuwe generatie.

Loving Geopolitics wordt een succes als gewone mensen naast de rol van lezer ook de rol van vormgever, redacteur, schrijver en donateur aannemen. We komen halfjaarlijks uit en organiseren op verzoek geopolitieke dialogen en wereldburgerjury’s. Verbeeldingskracht en meerstemmigheid staan hoog in het vaandel geschreven.

De kernredactie wil vooral een community en platform vormen waarin we als betrokken burgers samen het gesprek voeren hoe om te gaan met grote wereldvragen. Onze blik vanuit allerlei verschillende perspectieven op de wereld richten en aanzetten tot handelen.

De kernredactie ontvangt graag je reactie. Wat je van ons initiatief vindt, wat je (niet) aanspreekt en hoe je mogelijkerwijs zelf actief wil worden.

Een vredelievend 2022 toegewenst.

Giep Hagoort, initiatiefnemer

e-mail: lovinggeopolitics@asom.org
Klik hier voor een pdf exemplaar.






Giep Hagoort - 26 oktober 2021

Fout in de nieuwe Koude Oorlog?
Zowel het Westen als China doet er van alles aan om de verhoudingen op de spits te drijven.

Mei 2025.
Ik moet verschijnen voor een Europese rechtbank. Deze rechtbank behandelt zaken die te maken hebben met de in 2023 uitgebroken Tweede Koude Oorlog (TKO) tussen China en de VS. De oorlog is nog in volle gang maar de Europese overheid wil voorkomen dat ondermijnende krachten de Alliantie tussen Europa en de VS verzwakken. De aanklacht luidt: ‘ernstige verdenking van staatsondermijnende activiteiten met inbegrip van activiteiten gericht tegen de Alliantie met de VS’. In het concrete geval had ik op de opiniesite joop.nl gepleit voor een vreedzame dialoog met China en af te zien van een nieuwe Koude Oorlog die de wereldvrede en de strijd tegen klimaatverandering ernstig in gevaar zou brengen. Om mijn standpunt kracht bij te zetten, hield ik een éénpersoonsdemonstratie voor het vernieuwde gebouw van de Tweede Kamer waarna ik een nacht in een politiecel belandde. Op social media ging het bericht dat ik tot de foute Europeanen behoorde die een langdurige staf verdient. De universiteit schrapte mijn naam uit het academische register.

Het zou zo maar kunnen.

Terug naar 2021. Zowel het Westen als China doet er van alles aan om de verhoudingen op de spits te drijven. Het gesloten westers georiënteerde Geopolitiek Advies Complex van wetenschappers, consultants en opinieleiders suggereert al enkele jaren dat een nieuwe Koude Oorlog komende is. Afgelopen week sprak president Biden op basis van de Taiwan Relations Act uit 1979 zijn steun uit aan Taiwan bij een mogelijke inlijving door China. Hij noemde daarbij ook de nieuwe koude oorlog, zij het op een dubbelzinnige manier. Hij zei in een ontmoeting met de pers: ‘That’s why you hear people saying Biden wants to start a new cold war with China. I don’t want a cold war with China.’ De formulering over het ‘niet-willen’ is bedenkelijk want de onderliggende logica is: Als China Taiwan aanvalt is dat opnieuw een teken van de nieuwe Koude Oorlog. Een geluid dat vooral in de Westerse media te horen valt.

Is er een alternatief denkbaar voor het verder (momenteel retorisch) afkondigen van een Koude Oorlog strategie door de grootmachten? De voorstanders van zo’n alternatief wordt bij voorbaat al naïviteit verweten. Immers de gevaren zijn evident en de wereld is ernstig in verwarring. China muilkorft Hongkong, vernedert Tibetanen, pleegt genocide op de Oeigoeren, beperkt de vrijheid van kunstenaars en journalisten, ontneemt Afrika zijn grondstoffen, wil de heerschappij over de Zuid-Chinese Zee en legt een politiek disciplinerende nieuwe zijderoute aan richting Europa (de Belt and Road Initiative). Het Westen blijft maar uitgaan van zijn superioriteit, kent geen andere democratie dan zijn fraudegevoelige meerpartijenstelsels, heeft via Big Tech de wereld in haar macht, en als het erop aankomt – de verdeling van vaccins tegen het coronavirus – laten ze de armere landen ver achter zich. Ook is een strijd tussen China, Rusland en de VS om de hegemonie in de ruimte op handen, niet gericht op nieuwe vormen van samenwerking maar op geopolitiek eigen belang. Handelsoorlogen? Een her-uitvinding van voormalige president Trump (die een bestorming op de volksvertegenwoordiging opjut omdat de uitslag van verkiezingen hem niet zint).

Allemaal waar en zeker verwarrend – zo hoor je dan – maar verlies at the end niet uit het oog dat China – mede vanwege een verzwakte VS – op weg is naar een wereldoverheersing, en dat we (het Westen: VS, Europa en inmiddels ook Australië) ons daartegen moeten bewapenen.

Ook letterlijk!

Het voordeel van een Koude Oorlog is het kunnen denken in heldere beelden en tegenstellingen: wij versus zij. De eerste Koude Oorlog, beginnend na de Tweede Wereldoorlog in 1945 en eindigend bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991, werd immers gekenmerkt door herkenbare verhoudingen, zij het met een wankel (nucleair) evenwicht. Het communistisch blok rond Rusland versus het democratisch-kapitalistische Westen met de VS als kern. Een overzichtelijkheid gesymboliseerd door de Muur die dwars door het verslagen Duitsland liep. Het begrip ‘koud’ moet niet al te letterlijk genomen worden. De door de Koude Oorlog veroorzaakte ‘warme’ oorlogen in Korea en Vietnam veroorzaakten miljoenen slachtoffers en gewonden. Rusland sloeg een volksopstand in Hongarije met geweld neer in 1956, nu precies 65 jaar geleden. Het democratische Westen met de VS als initiatiefnemers maakte in 1973 in de eigen achtertuin gewelddadig een einde aan de democratisch gekozen, socialistische regering van Chili.

In het standaardwerk De Koude Oorlog van John Lewis Gaddis (2005) kunnen we kennisnemen van de risico’s van zo’n koude oorlog: onzekere toekomsten, een zinloze en geldverslindende (nucleaire) bewapening en politieke en sociale onderdrukking. Dat de schrijver concludeert dat democratische waarden (van het Westen) uiteindelijk overwonnen hebben, klinkt in 2005 nog plausibel maar verliest nu met antidemocratische, autoritair-nationalistische leiders als Trump, Bolsonaro en Orbán hun glans.

Het is nog maar de vraag of een Tweede Koude Oorlog, gebaseerd kan zijn op een heldere tegenstelling in verhoudingen en posities. De situaties zijn zeer complex. In economische opzicht haalt China de VS in als grootste economie op aarde. In militair opzicht blijven de VS nog wel de machtigste maar kleinere nucleaire staten (Israël, Pakistan, Iran?) kunnen het wankel evenwicht verstoren. Rusland laat zich gelden als een zogenaamd neutraal land maar staat economisch en politiek aan de kant van China en beschikt heimelijk over een internationaal politiek cohort cybercriminelen. Ook in technologisch en zeker in cultureel opzicht ligt het Westen nog voorop maar China is bezig met een razendsnelle inhaalrace op basis van een eigen kenniseconomie. En waarom blijft India in de beschouwingen nagenoeg buiten het algemene beeld? Met grensconflicten met China is deze grootste democratie een machtsfactor van belang zonder dat duidelijk is welke invloed dit zal hebben op de wirwar van nieuwe Koude Oorlogverhoudingen. Het is waarschijnlijk dat bij het uitbreken van een nieuwe Koude Oorlog een warme oorlog tussen China en India het hele continent Azië zal verlammen. Ook een vredesoplossing in het Midden-Oosten zal achter de horizon verdwijnen met een steeds agressiever Israël, een verarmd en verloren Palestina achterlatend.

Het noodzakelijke alternatief voor het riskante denken in nieuwe Koude Oorlogstermen kan uitsluitend bestaan als de gewone burgers zich hierover uitspreken. Deze burgers hebben nu in de analyses totaal geen stem anders dan met de aanduiding ‘publieke opinie’. Maar dat kan en moet veranderen. Dat zij de machthebbers en geopolitieke experts tot de orde roepen en hun armzalige benaderingen doen transformeren in door creativiteit en vertrouwen gedreven dialogen. Het is opvallend dat de Koude Oorlog adepten zich geen rekenschap geven van de positie van de Verenigde Naties, dat zij de functie van vredelievende ngo’s niet in hun beschouwing betrekken en dat zij kunstenaars links laten liggen als het gaat om het verbeelden van de kracht van internationale dialogen.

De centrale vraag is: hoe trekken we als gewone mensen concreet het lot van de wereld aan. We kunnen in eigen kring beginnen de retoriek over een nieuwe koude oorlog aan de orde stellen. Door wereldburgerraden te vormen over urgente vraagstukken. Door onze politieke vertegenwoordigers te vragen of zij willen meedenken in vredelievende alternatieven zoals internationale dialogen. Door de EU- politici uit te dagen een zogenaamde Internationale Derde Weg van Vertrouwen, Creativiteit & Dialoog te gaan en niet zich te laten inlaten met onverantwoord machtsvertoon. Wat betekent het bijvoorbeeld als de NAVO exclusief de VS wordt omgebouwd tot een Europese Vredesmacht? Door de wetenschappers te vragen om deze alternatieven te onderbouwen en door consultants en opiniemakers vriendelijk te verzoeken hun geopolitieke denkluiheid van zich af te schudden en meer originaliteit en denkkracht aan de dag te leggen.

Mei 2025 Foute Europeaan zijn in de Tweede Koude Oorlog acht ik een geuzennaam. Wat ik mijzelf kwalijk neem, is de gekoesterde illusie dat je in je eentje de wereld kan verbeteren door bij jezelf te beginnen. Ik ben Greta Thunberg niet. Alleen een gezamenlijke actie heeft impact, zo liet ook Extinction Rebellion zien (totdat zij in 2023 als criminele organisatie verboden werd).







Giep Hagoort - 25 oktober 2021

Religieus-ongevaccineerden eten van twee walletjes
Hoe kan de buitenstaander begrip opbrengen indien bij een coronaziekte de almachtige voorzienigheid ingewisseld wordt voor een steun van een toch al belast ziekenhuis?

Met een beroep op de almachtige voorzienigheid van de Heer laten groepen religieuze burgers zich niet vaccineren tegen het coronavirus. Het gaat landelijk om een kleine minderheid maar kan in sommige dorpen en streken een dominante groep zijn, al dan niet gesteund door de plaatselijke kerkgemeenschap.

In het publieke debat zijn de religieus-ongevaccineerden meedogenloosheid verweten omdat geen rekening gehouden wordt met het belang van kwetsbare groepen. Indien bijvoorbeeld deze niet-gevaccineerden vanwege corona zelf ziek worden en een beroep doen op de hulp van ziekenhuizen, bemoeilijken zij de toegang tot acute medische operaties. In ieder geval belasten zij het toch al onder druk staande medische systeem. Er gaan ook stemmen op om religieus-ongevaccineerden bij een triage geen voorrang te geven.

Ik denk niet dat het verwijt van het gebrek aan mededogen of het opzij plaatsen bij een triage de weg is die we moeten opgaan.

Zelf ben ik gereformeerd opgevoed. Toen mijn moeder vroeg weduwe werd maakte ik als jonge jongen van dichtbij mee hoe het geloof troost kan bieden. Ik ben later van het pad afgeweken omdat ik meer geloof hechtte aan een horizontale spiritualiteit, gevoed door rechtvaardigheid en gerechtigheid.

Daarin past het niet om van bovenaf mensen die medische steun nodig hebben, deze te ontzeggen omdat een religieuze overtuiging in het geding is.

Maar toch is dat niet het hele verhaal.

De religieus-ongevaccineerden doen een beroep op de voorzienigheid van hun god ook wat betreft het persoonlijke welzijn en de gezondheid. Hoe kan de buitenstaander begrip opbrengen indien bij een coronaziekte de almachtige voorzienigheid ingewisseld wordt voor een steun van een toch al belast ziekenhuis? Veeleer ligt het voor de hand ook hierin op hun god te vertrouwen. En mocht de desbetreffende patiënt komen te overlijden dan komt opnieuw vast te staan dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn. Wel wordt aan de religieus-ongevaccineerden bij overlijden een hemels perspectief geboden (tenminste als Petrus bij de hemelpoort de toegang niet ontzegt).

Kortom: niet van twee walletjes willen eten, luidt het in goed Nederlands. Of gaan voor een religieuze overtuiging en niet vaccineren, of het belang van een gevaccineerd bevolking voorop stellen. En in beide gevallen de gevolgen van een keuze wel volledig dragen. Bij vaccinatie gaat het om het aanvaarden van een overheid die (medisch) regulerend optreedt. Bij het religieus niet vaccineren op god blijven vertrouwen en deze niet verlaten als een coronavirus toeslaat met mogelijk de dood tot gevolg.

Maar hoe dan ook: een religieus-ongevaccineerde weigeren aan de poorten van een ziekenhuis, nee dat moeten we niet willen.






28 september 2021

ASOM TRIBUNAAL
deelnemers: Wereldburgerjury en belangstellenden



Oordeel Wereldburgerjury:
aanklacht dat de burger zich te weinig aantrekt van de toestand in de wereld is terecht.

Uitspraak In aanwezigheid van een dertigtal belangstellende burgers heeft de eerste Wereldburgerjury zich dinsdag 28 september 2021 met name uitgesproken voor een grotere actieve opstelling van burgers bij de geopolitieke toestand van de wereld. De voorzitter van de jury, Hanke Drop, vatte het oordeel als volgt samen:

"De jury heeft unaniem de aanklacht tegen de burger - je leeft in een bubbel van hyperconsumptie en angst. Neem je verantwoordelijkheid en trek je de wereld aan - gegrond verklaard. Daarbij is wel sprake van enkele verzachtende omstandigheden. De burger verkeert wel degelijk in gewetensnood, maar voelt zich vaak te zeer geknecht door systemen om het roer om te kunnen gooien. Er zijn veel initiatieven waardoor burgers hun stem kunnen laten horen. De steun van de gemeenschap is ook daarbij van groot belang. De burger zit echter niet in de slachtofferrol. En zij heeft veel meer kennis dan vaak wordt verondersteld. Het is vanwege deze nuances dat de jury het volle vertrouwen heeft dat de burger in staat is tot de noodzakelijke, vergaande veranderingen van leven, immers: de burger is een mens vol creativiteit en vindingrijkheid en dat is de sleutel tot alle verandering."

 

Aanklager en verdediger Als aanklager trad Jacqueline de Jongh-Moolenaar op met als getuige à charge Rami Ramou, Syrisch vluchteling. In de aanklacht bracht de aanklager onder meer naar voren dat de burger verweten kan worden dat door het opeisen van grondstoffen grote schade aan de aarde is toegebracht. Als verdediger van de burgers pleitte Clyde Missier voor het afwijzen van de aanklacht omdat burgers niets verweten kan worden. Het zijn systeemfouten die aan het falen van besluitvorming op wereldniveau ten grondslag liggen. Als getuige à decharge trad politiek econoom John Huige op.

Publieksparticipatie Het aanwezige publiek werd door de juryvoorzitter in de gelegenheid gesteld vragen te stellen. Onderwerpen van deze vragen behelsden onder meer de kwaliteit van het onderwijs en de betekenis van nepnieuws. Ook wilde het publiek van de partijen weten of de burger niet meer energie moet steken in verbeeldingskracht en creativiteit om wereldproblemen te kunnen oplossen.
Daarmee werd gevolg gegeven aan de oproep van griffier-procesbegeleider Nelly van der Geest die in haar inleiding de noodzaak van een actieve participatie van het publiek uitdrukkelijk benoemde.

Initiatief De Wereldburgerjury is een initiatief van Giep Hagoort. Het gaat om een gefingeerde rechtszaak volgens de methode van een Theatraal Tribunaal. Theatermaker Nelly van der Geest heeft met een team van actieve burgers de voorbereiding ter hand genomen. De gefingeerde rechtszaak werd gehouden in de urban winery Chateau Amsterdam.

  

Reacties Giep Hagoort: "De reacties van de deelnemers waren positief over opzet en uitvoering van de Wereldburgerjury. Veel gehoorde opmerking was dat we moeten doorgaan met creatieve communicatie om geopolitieke wereldvraagstukken aan de orde te stellen voor een breed publiek. Van de rechtszaak wordt een uitgebreid verslag gemaakt voor het proefnummer van een nieuw digitaal magazine 'Loving Geopolitics' dat in december verschijnt. Ook is er een plan om een film van de Wereldburgerjury te maken."

Eerste foto: staand juryvoorzitter Hanke Drop, zittend griffier Nelly van der Geest, verdediger Clyde Missier en getuige à decharge John Huige. Tweede foto: aanklager Jacqueline de Jongh-Moolenaar en getuige à charge Rami Ramou. Derde foto: staand Astrid Elburg, participeert vanuit het publiek. Vierde foto: Moeder Aarde in wit gewaad brengt het lied van Chief Seattle uit 1854 ten gehore. Laatste foto: tijdens het juryberaad vertolkten zanger-gitarist Ahmad Al Naffoury en oudspeler Claudia Willmitzer onder meer Syrische liefdes- en protestliederen.

Dit bericht is vrij van rechten.







13 juli 2021

Publieke sollicitatie naar lidmaatschap Adviesraad Internationale Vraagstukken, 13 juli 2021

Giep Hagoort (prof. mr. dr., hoogleraar em Kunst en Economie Universiteit Utrecht/HKU, ASOM) licht toe waarom hij publiekelijk heeft gesolliciteerd naar een lidmaatschap Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV). De AIV is een onafhankelijk orgaan dat gevraagd en ongevraagd voor regering en parlement adviezen uitbrengt.

"Mijn drijfveer is de gewone burger creatief betrekken bij de advisering mede ter vermijding van een nieuwe, maar riskante Koude Oorlog ''China versus het Westen' zoals gehanteerd door het gevestigde Geopolitiek-Advies Complex.
Omdat ik van mening ben dat anno 2021 benoemingsprocedures voor politieke adviescolleges zo open en transparant mogelijk moeten zijn, heb ik gekozen voor een publieke sollicitatie. De advisering inzake internationale vraagstukken mag geen zaak meer zijn van een 'old boys & ladies network' maar voorwerp van openbaar debat. Ik heb daarbij de AIV gevraagd om de lijst van sollicitanten met hun instemming openbaar te maken."

Het sollicitatiedocument kan hier geraadpleegd worden.






Nieuwsbericht 6 mei 2021

Waardevolle Wereld Een verslag over een actuele, geopolitieke kettingmail van betrokken wereldburgers in tijden van corona

Samen met dertien betrokken wereldburgers heeft Giep Hagoort vanuit ASOM een geopolitieke kettingmail geschreven met vragen, antwoorden en nieuwe vragen. Het is een experiment van voortschrijvend inzicht dat mensen verbindt en dat uitstijgt boven individuele opinies over de wereld om ons heen.
In een tijd waarin het bij de Tweede Kamerverkiezingen en nu tijdens de formatie lijkt of er geen buitenland meer is. De politiek in Den Haag lijkt - naar veler waarneming - vooral met zichzelf bezig te zijn.

Van waardig werk naar een waardevolle wereld
De resultaten van deze kettingmail, wat inhoud, reflectie en perspectief betreft, zijn opgenomen in het verslag Waardevolle Wereld. De titel is ontleend aan het begrip 'waardig werk' dat door de schrijvers vaak is genoemd als een belangrijke, geopolitieke waarde in een globaliserende wereld die in de ban is van het coronavirus.

De deelnemers
Aan het proces van voortschrijvend inzicht hebben schrijvers met zeer diverse achtergronden deelgenomen: Hanke Drop (tevens eindredactie en adviezen, Hogeschool Utrecht en HKU), Astrid Elburg (Elburg Consultancy), Clyde A. Missier (HvA, VU), Erik Uitenbogaard (corporate imagineer), Jacqueline De Jongh-Moolenaar (advocaat), Jan Hoogstad (plaatselijk politiek actief), Jan-Willem van den Braak (schrijver, oud VNO-NCW directielid), Jo van Saase (wijkondersteuning duurzaamheid), John Huige (publicist politieke economie), Karel Janssen (recensent, musicus), Nelly van der Geest (theatermaker), Rami Ramou (statushouder, uit Syrië) en Remy Harrewijn (wijnhandelaar). Joke van den Berg zorgde voor de fotografie. Je kunt nader kennismaken met de schrijvers via bijlage 1 van het verslag.

Het Tribunaal als programma
De digitale ketting is een onderdeel van Het Tribunaal, een programma dat van onderaf door middel van verbeelding, onderzoek, opinie en dialoog wil bijdragen aan een transitie naar een duurzame wereldorde. Op het programma staan een Syrisch-Nederlandse keukentafel met Syrische vluchtelingen en Nederlandse vrijwilligers, en een theaterbewerking van de theatertekst Het Tribunaal waaraan 50 jongeren deelnemen. Op 28 september 2021 vindt in Chateau Amsterdam de eerste geopolitieke wereldburgerjury plaats met onder meer schrijvers van de digitale ketting.

'Het Tribunaal stimuleert het denken in mogelijkheden en laten spreken van de verbeelding wat ons mensen tot nieuwe en andere scenario’s brengt.' aldus Hanke Drop, eindredacteur.

Waardevolle Wereld is hier te raadplegen.





Amsterdam/Utrecht, 31 maart 2021

'15 portretten van culturele organisaties in tijden van corona, 2020'

De Boekmanstichting, CASCO Art Institute: Working for the Commons en ASOM maakten vijftien portretten van diverse culturele instellingen en hun ervaringen in het coronajaar 2020. De portretten bieden een gevarieerd en verdiepend inzicht in de uitzonderlijke omstandigheden waarmee culturele instellingen in alle delen van Nederland geconfronteerd zijn. De portretten zijn opgesteld met steun van het BNG Cultuurfonds. De interviews zijn gehouden door Erik Uitenbogaard (Casco Art Institute), Giep Hagoort (ASOM), en Sabine Zwart (Boekmanstichting). De begeleiding was in handen van Jan Jaap Knol (Boekmanstichting). Vanuit ASOM coördineerde Giep Hagoort inhoudelijk de gesprekken.
De 15 portretten betreffen de organisaties BredaPhoto, BUOG, Casco Art Institute, CBK Zeeland, Concordia, De Domijnen, De Vaillant, Emoves, Het HEM, HipHopHuis, ICO, Kunstlinie, LUX, Tomorrow’s Language en Stadkamer.

De publicatie is hier te lezen / downloaden.




Persbericht 22 november 2020

Verkennend onderzoek toont aan:
Vincent van Gogh als financieel natuurtalent

De 19e eeuwse Nederlandse kunstschilder Vincent van Gogh (1853-1890) richtte een schilderszaak op met zijn broer Theo. Vincent ontwierp schetsen voor kunstenaarsverenigingen en richtte er één op in het Zuid-Franse Arles. Hij rekende deze initiatieven financieel door qua inkomsten en uitgaven. Vincent en Theo van Gogh spraken af dat Vincent kunstwerken zal maken en dat zijn broer zal zorgen voor de financiering. Externe financiële transacties wist Vincent te regelen via verkoop, ruilhandel, lesgeven en het betalen van zijn rekeningen met zijn studies en schilderijen. Vincent heeft zijn financiële gave ontwikkeld in de praktijk. De eerste handelskennis deed hij op als zestienjarige bediende in de kunsthandel. Hij volgde nimmer een scholing. Vandaar de kwalificatie: financieel natuurtalent.
Tot deze bevindingen komt Giep Hagoort, hoogleraar emeritus kunst en economie aan de Universiteit Utrecht/HKU. Het verkennend onderzoek is gebaseerd op de cultureel bedrijfskundige bestudering van 590 brieven die Vincent aan zijn broer heeft geschreven. In 54% van de brieven behandelde hij financiële kwesties. Giep Hagoort: “Nog steeds staat Vincent te boek als een bedelaar en zijn broer Theo als een mecenas. Een onjuist beeld want een mecenas is een weldoener die geen belanghebbende is in een zaak. In de schilderszaak hadden beide broers een gelijkwaardige positie.” Naar het oordeel van de onderzoeker moet de gevestigde literatuur over de beroemde kunstenaar het beeld van de zogenaamde berooide kunstenaar - die alles had met kunst maar niets met geld - in positieve zin bijstellen.

Het onderzoek is uitgeven door ASOM.
Klik hier voor de pdf van het onderzoeksrapport.




Giep Hagoort - Eindejaarsbericht 2019

Theatertekst Het Tribunaal geeft continenten een sleutelrol in nieuwe wereldorde
'Het Grote Verhaal mag weer worden verteld.'

De mondiale verwarring rond klimaat, migratie, handelsoorlogen en de komst van de cyborg-mens is alom voelbaar. De huidige reacties kenmerken zich als ‘meer van hetzelfde’ en zijn weinig tot de verbeelding sprekend. Het theaterspektakel Het Tribunaal stelt niet de naties verantwoordelijk voor de verwarring, maar wijst op het gebrek aan samenwerking binnen en tussen de continenten. Daar ligt ook de sleutel voor oplossingen! De afstand tussen de bijna 200 leden en de VN is te groot geworden om de problemen van nu daadwerkelijk aan te pakken, zie het gebrek aan resultaten bij de recente klimaattop in Madrid. De gezamenlijke continenten vormen het nieuwe transitieperspectief Het Tribunaal geeft deze continenten een kans om ter vervanging van de VN een Wereldraad van Continenten te vormen om een duurzame toekomst te bewerkstelligen. Overigens: Het Tribunaal overleeft daarbij zelf ternauwernood een interne corruptiezaak. De tekst van Het Tribunaal is geschreven door Peig Troogah. Het theaterspektakel met vijftig spelers, muzikanten en dansers is een initiatief van prof. mr. dr. Giep Hagoort, creativiteitsprofessor en hoogleraar emeritus Kunst en Economie aan de Universiteit Utrecht/HKU. Een uitgebreide toelichting en verantwoording van zijn hand begeleiden de theatertekst.

Schatplichtig aan HKU-studenten Kunst en Economie
Giep Hagoort over zijn initiatief: "Het Tribunaal wil een steun in de rug zijn van alle jongeren die de afgelopen jaren de straat zijn opgegaan (in Hongkong, Moskou, Europese hoofdsteden, de Verenigde Staten, etc.) voor een betere wereld. Tot nu toe ontbreekt bij de protesten Het Grote Verhaal, gericht op een nieuwe wereldorde. Het Tribunaal verbeeldt deze orde." Afgelopen juni heeft Giep Hagoort onder meer met studenten Kunst en Economie van de HKU gewerkt aan een nieuw boek, Being Connected. Studenten beschrijven daarin hun creatieve projecten gericht op duurzaamheid. Zijn initiatief in de vorm van Het Tribulaan is schatplichtig aan al deze studenten. De eindredactie was in handen van Hanke Drop, HKU-redacteur en docent-onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht. De tekst mag vrijelijk worden verspreid. In onderstaande link is de tekst van Het Tribunaal als pdf opgenomen.
Uitgever: www.asom.org

Klik hier om het verhaal te lezen (pdf 1.58MB)



Giep Hagoort

Trouw - 29 juni 2019

De praktijk staat nog ver weg van het nieuwe cultuurbeleid

Cultuur is nog steeds in handen van de gevestigde orde. De droom van onderop heeft steun van bovenaf nodig, meent Giep Hagoort, emeritus hoogleraar kunst en economie aan de Universiteit Utrecht.

Vernieuwing, verbreding én veel verantwoordelijkheid voor de verschillende regio’s. Het zijn drie van de voornaamste uitgangspunten van het nieuwe cultuurbestel dat onlangs door minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en ­Wetenschap) is gepresenteerd.

In de periode 2021-2024 moet het door de overheid gesteunde aanbod ‘een goede afspiegeling zijn van de verschillende voorkeuren in de samenleving én van het culturele veld’. Zodat het cultuurbestel inclusiever wordt, en óók mensen weet te betrekken die – in de woorden van de bewindsvrouw – ‘een zetje nodig hebben’. Een prachtig streven: cultuur is tenslotte van en voor iedereen. Maar wie kijkt naar de manier waarop het gros van de culturele instellingen momenteel nog is georganiseerd én hoe de aansturing vanuit lokale overheden is geregeld, heeft de nodige twijfels. Wat komt er in de praktijk van terecht? Hoe lang praten we bijvoorbeeld al over culturele diversiteit?

Eerder dit jaar heb ik een studie gedaan naar cultuurregio’s en kunstmanagement. De conclusie: het publiek wordt nog niet echt gezien als volwaardige partner om samen programma’s mee te ontwikkelen. Medewerkers zijn daarnaast sterk op hun eigen kunstdisciplines gericht, en hebben weinig oog voor de kansen die kruisbestuiving met andere disciplines biedt. Dit staat een meer divers aanbod in de weg.

Nog altijd richten ook culturele instellingen zich vooral op hun eigen discipline: schouwburgen bieden toneelvoorstellingen, musea zetten exposities op en concertzalen programmeren vooral gevestigde muziek. Ooit een succesformule, maar nu weinig verrassend en zeker niet vernieuwend. Met andere woorden: het zetje dat nodig is om potentieel nieuw publiek een stem te geven, is vanuit deze instellingen vooralsnog uitgebleven. Dat maakt de door de minister gewenste verbreding een stuk lastiger te realiseren.

Geef publiek zeggenschap

Wat is daar dan voor nodig? In ieder ­geval: flinke stappen vooruit. De uitgangspunten van de minister vragen om culturele instellingen die zich weten te ontwikkelen tot vernieuwende netwerkorganisaties. Die inzetten op multidisciplinaire samenwerking en het plaatselijke publiek zeggenschap geven rond beleid en programmering. En vooral ook: die ruimte scheppen voor creatieve kruisbestuiving met niet-culturele bedrijven.Het is te prijzen dat de minister cultuurregio’s van onderop wil laten ontstaan. Maar ingrijpen van bovenaf moet mogelijk blijven als lokale bestuurders de mist ingaan.

Daarnaast is het zaak om instellingen waar het vandaag de dag al goed gaat, te koesteren en te belonen. Tijdens mijn studie ontmoette ik al een paar van deze organisaties. Zo is er De Domijnen, in 2014 opgericht op voorspraak van de gemeente Sittard-Geleen. Deze instelling combineert diverse functies in stad en regio: podium, educatie en exposities. Ze werkt vanuit verschillende gebouwen en buitenlocaties, en sloopte traditionele schotten tussen schouwburg, musea, archief, archeologie, filmhuis en popcentrum. Medewerkers werken in multidisciplinaire teams en worden breed ingezet, vorig jaar bij ruim 1.600 activiteiten.

Samen met de inwoners zorgen ze voor een breed aanbod van (ook nieuwe) genres. Denk aan een crossover-festival met zowel rock als klassieke muziek of de introductie van open leeswinkels in winkelcentra, een innovatief concept waarvoor ook in de eigen ­Euregio belangstelling bestaat.

De positie van dit soort koplopers is precair. Innovatieve culturele netwerkorganisaties missen een formeel beoordelingskader en zijn daarmee in onze overheidsbureaucratie kwetsbaar. De standaard is nog steeds: beoordelen op basis van losse organisaties als musea, schouwburgen en bibliotheken. Met ­integrale functies zoals bij De Domijnen kunnen beleidsmakers nauwelijks overweg.

Dit moet anders. En het kan anders zoals Sittard-Geleen laat zien. De sleutelrol ligt bij instellingen en gemeenten die de moed hebben om cultuur van onderop écht ruimte te geven. Als de minister ervoor zorgt dat vernieuwende initiatieven worden beloond en dat goed voorbeeld hierdoor doet volgen, komt de realisatie van haar gedroomde cultuurbestel een stuk dichterbij.



Lees ook:
Zijn we er klaar voor?
De Domijnen (Sittard-Geleen) toont aan dat aandacht voor
nieuwe cultuurregio’s om kwaliteit vraagt.

Een opstel door Giep Hagoort
Klik hier voor pdf (pdf 902KB)

 





Giep Hagoort - 20 december 2018

Een politiek kerstverhaal
WORSTELING

De woorden beuken nog steeds op hem in.
Elke zin trekt het touw om zijn nek strakker aan.
Het feestelijk licht ter ere van het Kindeke, zo nadrukkelijk aanwezig in deze decembermaand, lijkt definitief gedoofd
.

Het eigen huis, altijd een baken van vrede en hoop, voelt kil en verlaten. Zijn familie volgt zijn aanwijzing zonder tegenspraak op: “laat mij deze avond alleen zijn en vier het kerstfeest gemeenschappelijk met onze broeders en zusters”. Alleen Poezie zal die avond zijn gezelschap zijn. Zijn dierbaren weten van zijn strijd en hopen vurig dat met steun van Hem uiteindelijk de verlossing nabij is. Zelf hapt hij voortdurend naar adem en huivert hij van de mogelijke uitkomst. Waarom wordt zijn gebed niet verhoord om vrede te vinden in zijn hart? Hij bidt toch niet om een steen of een slang? Hij zit onrustig in zijn rookstoel. Het orgel dat hij zo graag bespeelt, blijft onaangeroerd. Twijfel over zijn politieke rol lijkt zich als een plaag te verspreiden. Als hij zijn ogen sluit doemt opnieuw het hele verhaal op. Een verhaal dat van veel meer betekenis is dan het al dan niet mislukken van een klimaatakkoord. Het verhaal dat in oktober begon en zijn leven gaandeweg geheel in beslag genomen heeft, ook politiek gezien.

Klik hier om verder te lezen (pdf 1.44MB)




Klik op afbeelding om te lezen.

Artikel opgenomen in 'De Ingenieur jan. 2018.


Giep Hagoort - 10 januari 2018

Foei!
Kwaliteitsbewaking NRC schiet tekort

Zelden zo’n warrig stuk gelezen als dat van professor Paul Scheffer in de NRC van 6/7 januari 2018. Allereerst is er een tevergeefs zoeken naar een centraal vertrekpunt van de schrijver. Ik noteer uit de eerste drie kolommen: zelfbeeld van Nederland, nationale identiteit, identiteitskwestie, nationale staat, ongelijkheid en vervreemding. En zijn opsomming van vijf breuklijnen, die sociale en culturele spanningen kenmerken, lijkt meer op een politicologische grabbelton dan op een analytisch kader. Hij noemt: hoog en laag opgeleid, gevestigden en nieuwkomers, seculier en religieus, jong en oud en tenslotte mens en natuur. Door het ontbreken van een vertrekpunt is niet duidelijk waarom bijvoorbeeld actuele breuklijnen als mens en robot, stad en platteland, stad en staat, Europa en de wereld onvermeld blijven. Welke betekenis de breuklijnen zelf hebben in het vervolg van het artikel wordt niet duidelijk gemaakt, anders dan dat – zonder uitwerking - een nieuw sociaal contract op basis van het algemeen belang nodig is om de tegenstellingen te overbruggen. Komt aan het slot van het artikel een aangeschoten aap uit de mouw? De schrijver verzucht: ‘Het maatschappelijk midden wordt in de steek gelaten, zoveel is duidelijk’. In het artikel wordt niet duidelijk gemaakt door wie, door wat en hoe en wanneer dit heeft plaats gevonden. Vermoedelijk is hier sprake van een verdwaalde zin die hoe dan ook ergens onderdak moest krijgen. Ook lijkt het de schrijver te zijn ontgaan dat allerlei nieuwe sociale bewegingen buiten de partijpolitiek hun stempel willen drukken op het proces van idee- en machtsvorming dat politiek heet. In wijken scheppen buurtinitiatieven nieuwe energie, in steden helpen kunstenaars sociale projecten om tot de verbeelding te kunnen spreken, vrijwilligersorganisaties, bijvoorbeeld op het gebied van vluchtelingenwerk, zetten zich in voor een betere leefomgeving. Hun impact op het politieke proces is waarneembaar. Elke politicus – ook in het rechtse kabinet Rutte III - spreekt van een ‘samen met de mensen’ aan de slag gaan. ‘Het doen is het nieuwe denken’ zo kregen we te horen.
Natuurlijk: maatschappelijke beschouwingen – ook van schrijvers als Paul Scheffer - zijn nodig om de tijd van nu te begrijpen. Van wie een bijdrage wil leveren aan het debat, mogen we helderheid in insteek en uitwerking verwachten. Drie pagina’s lang hebben we kunnen lezen hoe het niet moet. Was de NRC-hoofdredacteur, zoals bij het plaatsen van het non-interview met Camiel Eurlings (30 december 2017), opnieuw uithuizig? Kortom: de kwaliteitsbewaking schiet bij NRC tekort. - Foei!

Giep Hagoort is oprichter-dean van ASOM.



Politiek kersverhaal 2017
Tekst: Giep Hagoort, illustratie: Erik Uitenbogaard

EENZAAM
Maar nu dit! Waarom heeft hij dit niet kunnen voorzien? Wat dreef hem om met open ogen in de val te lopen?

Wat voelt hij zich eenzaam en belabberd op deze kerstavond. Zelfs de vrolijke kerstkaarten van zijn vrienden uit de oppositie raken hem niet. Hoe kon hij zich zo in de nesten werken? In zijn eerste kameroptreden als BuZa-minister* kon hij vol overtuiging zijn andere, meer diplomatieke kant laten zien. Zijn Europa- Wende kon hij daarna geloofwaardig neerzetten en alom sprak men zeer waarderend over zijn inzet. Ook haalde hij met glans de eerder in Londen gevestigde EU-medicijnenautoriteit EMA binnen. En is er wrijving met zijn collega op Ontwikkelingssamenwerking? Met kranten die dat suggereerden kon de volgende dag de vis worden ingepakt. Maar nu dit! Waarom heeft hij dit niet kunnen voorzien? Wat dreef hem om met open ogen in de val te lopen? En bij wie kan hij terecht voor een way-out? Dit alles blijft maar spoken in zijn hoofd, die avond. De feestelijkste avond van het jaar... Eenzaam, heel erg eenzaam voelt hij zich. En het begon zo veelbelovend, die dag in oktober. Met die bijzondere flax. Maar nu kan hij zich maar niet losmaken van hetgeen zich toen en daarna afspeelde. De mogelijke afloop maakt hem wanhopig. Hij draait de film in zijn verwarde hoofd voor de zoveelste keer af.

Gecodeerd als flax
Het ratelend geluid vanuit de hoek van zijn kamer kan hij die oktoberdag niet thuisbrengen. Hij ziet alleen maar het inmiddels bekende tafeltje met een lang kleed en een boeket bloemen erop. Hij laat zijn kamerbewaarder komen die al snel het vreemde gepiep weet te lokaliseren. Het is afkomstig van een apparaat in die hoek. Op zijn vraag wat hier gaande is, hoort hij een raadselachtig verhaal. “Toen president Obama in 2014 Nederland bezocht, heeft hij een zeer vertrouwelijk onderhoud gehad met uw voorganger. Er is toen afgesproken om met een aantal bevriende toprelaties wereldwijd een geheim communicatienet op te zetten ter bestrijding van een specifiek soort IS-terrorisme. Het netwerk functioneert buiten internet om en is beveiligd tegen hackers. Overigens is het netwerk nooit actief geweest, wellicht reden dat we u bij uw aantreden niet over deze communicatie hebben ingelicht. Het is een soort fax die een A4 produceert, maar door de CIA is gecodeerd als flax. Het moet wel van groot belang zijn dat u nu deze flax krijgt”.
De kamerbewaarder overhandigde hem met het nodige ontzag het papier om daarna snel de kamer te verlaten.

Een andere kant
Met bibberende vingers pakt hij het document aan. Zou dit geheime apparaat hem werkelijk zo dicht bij de president van de VS brengen? Zou de machtigste man van de wereld echt weten dat hij de nieuwe minister is? Ook al is het een president die vriend en vijand voortdurend verrast – bijvoorbeeld bij de aanwijzing van Jeruzalem als hoofdstad van Israël - is het toch ondanks alles de president van Amerika! En die stuurt hem een flax! Zijn intuïtie zegt hem dat ook de nieuwe president, net als hijzelf, een andere kant moet hebben. Eén die hem het topondernemerschap verschafte! Die heeft gemaakt wat hij nu is! Een man van overwinningen.
Wat hij dan leest, en herleest, en weer leest doet zijn hart in de keel kloppen. Hij tast naar zijn stoel omdat hij zich nauwelijks staande weet te houden. Als hij weer enigszins bij zinnen is, doet hij snel de kamerdeur op slot. Dit document is hoogst vertrouwelijk en de aanhef - waarin hij inderdaad zijn eigen voornaam leest - versterkt zijn gevoel dat de inhoud met werkelijk niemand besproken kan worden. Ook niet met de MP** al zijn zij van dezelfde bloedgroep. Zéker niet met deze MP want voor alles moet hij voorkomen dat zijn politieke metgezel deze unieke kans voor zichzelf opeist. Iets wat hem eerder en maar al te vaak al is overkomen.
Het is een unieke kans om nu echt tot de wereldtop te kunnen behoren. En dat voor een Fries, mijmert hij, ooit secretaris van de plaatselijke postduivenvereniging.

Het is een unieke kans om nu echt tot de wereldtop te kunnen behoren. En dat voor een Fries, mijmert hij, ooit secretaris van de plaatselijke postduivenvereniging.

Hawk
Hij moet behoedzaam te werk gaan. Het papier moet versnipperd en via zijn eigen toilet in het riool verdwijnen. De inhoud moet in zijn hersenschors gegraveerd staan. Hij kan de tekst nu inmiddels dromen: ‘’Ik heb je persoonlijke medewerking dringend nodig. Vanwege mijn Presidentschap en in het belang van het Amerikaanse Volk. Tijdens je komend bezoek aan Brussel in november zal iemand zich bij je melden onder de codenaam Hawk. Luister s.v.p. goed naar deze persoon en volg de instructie stipt op. Neem geen contact met mij op, gebruik de flax niet en praat werkelijk met niemand over ons contact. Vernietig dit papier. Als de taak is volbracht nodig ik je persoonlijk uit om naar het Witte Huis te komen. Ik reken op je.” Was getekend D.
Hij vindt het moeilijk dat hij met werkelijk niemand over het verzoek kan praten. Ook niet met zijn eigen SG*** die al tijdens het eerste contact hem waarschuwde: “Bij BuZa is niets wat het lijkt.” Maar ja, ook deze hoogste ambtenaar heeft geen ervaring met de flax, zo oordeelt hij.

Deal
Net nu hij zich op zijn hotelkamer wil concentreren op de EU-Ministerraad van die avond wordt op zijn deur geklopt. Hij loopt naar de deur en ziet via de deurspion een wat oudere vrouw staan. Hij roept “Pardon” en krijgt als antwoord “Hawk”. Hij heeft er de laatste weken voortdurend aan gedacht maar het komt toch nog onverwacht. Met een zwaai opent hij de deur en gebaart haar snel binnen te komen.
Door zijn talenknobbel voor het Engels is het ijs snel gebroken. Hij heeft wel door dat deze dame niet voor een gelegenheidspraatje is gekomen. Dan komt – na een whiskey uit de minibar - het eigenlijke verhaal op tafel: “Uw Nederlandse collega- minister voor ontwikkelingssamenwerking zal via de Russen gehackte informatie krijgen over een grote wapendeal die onze president met Israël en Saoedi-Arabië zal sluiten. Deze deal ligt buiten de afspraken die in VN-verband zijn gemaakt. Maar de deal is essentieel in de strijd tegen het wereldterrorisme. Onze president noemt de deal een kernpunt van zijn America First aanpak dat in bilateraal contact moet worden verzilverd. Aan u de vraag ervoor te zorgen dat uw collega-minister de gehackte informatie niet formeel als minister ontvangt maar als gewone burger. Een minister van een bevriende mogendheid heeft een speciale positie, een gewone burger niet ook al is deze minister geweest. Haar aftreden kan worden inganggezet door het publiceren van enkele nepmails over haar relaties met leiders uit het Midden-Oosten waaronder Iran. Ik zie u overmorgen bij het afscheidsdiner. Dan kunnen we praten over uw aanpak. Intussen zwijgt u over ons contact; ik ben hier nooit geweest.” Waarna ze snel de kamer verlaat zonder dat hij ook maar een vraag kan stellen.
Inderdaad zijn collega-minister is een Midden-Oosten expert en heeft op allerlei niveaus contacten. Hij kan zich heel goed voorstellen dat de informatie alle internationale verhoudingen op scherp zet en een tijdbom is voor de Amerikaanse president die hij nu als zijn vriend mag beschouwen. Maar hoe pak je zoiets aan? Morgen moet hij een plan hebben. Wat helpt: hij raakt er steeds meer van overtuigd dat het een zaak is tussen twee leiders: hij en de president van Amerika! Dat vereist vertrouwen en geheimhouding. En zijn eerste ervaringsles is op dit niveau is: geheime diensten zijn nuttig maar je moet ze soms op afstand weten te houden.

En zijn eerste ervaringsles op dit niveau is: geheime diensten zijn nuttig maar je moet ze soms op afstand weten te houden.

Plan
Hij is er niet echt bij met zijn hoofd. Een complexe EU-agenda, dwarsliggende collega’s, onderlinge rivaliteit, spanningen tussen noord en zuid, en tussen west en oost. Wat hem werkelijk bezig houdt is de uitvoering van het verzoek dat hij inmiddels als de hoogst mogelijk gekwalificeerde opdracht is gaan ervaren.
Zijn aanpak krijgt de instemming van zijn contactpersoon: via een bevriend Nederlands ochtendblad zal nepnieuws verschijnen over eerdere relaties van de minister met enkele regeringsvertegenwoordigers in het Midden-Oosten waarover ze in haar CV niet heeft gesproken. Een politieke doodzonde die een onmiddellijk aftreden tot gevolg zal hebben. Als later blijkt dat het allemaal niet waar is, is het kwaad al geschiet, zo leert de praktijk.
Morele bezwaren heeft hij niet want soms moet het individuele belang van een collega wijken voor het grotere geheel. En bij dit spel blijft hijzelf geheel buiten schot en zal hij zelf binnen afzienbare tijd speciale gast zijn van vriend D., de president van Amerika.
Voor het afscheid in Brussel heeft hij met zijn ambtenaren een kort, persoonlijk woordje voor al zijn EU-collega’s voorbereid. Dit om te voorkomen dat ze hem als een outsider zouden gaan beschouwen.

Kerstpakket
Heb je een momentje?” Een bevriend kamerlid van de coalitie spreekt hem aan na de commissievergadering waarin hij soepel en met de nodige humor alle vragen van de commissieleden kon beantwoorden. Opnieuw proeft hij waardering voor zijn inzet. De president zal over enkele weken niet met een buitenlands onderdeurtje van doen hebben!
Natuurlijk, we kunnen even apart zitten, waar wil je me over spreken?”
“Ik zal er niet omheen draaien. Als ik ‘Hawk’ zeg moet bij jou alle mogelijke bellen gaan rinkelen. Wat ik je nu gaat zeggen, heb je niet van mij gehoord. Ik weet uit betrouwbare bron dat je zogenaamd vanuit Amerika ingeschakeld ben om onze minister van ontwikkelingssamenwerking te laten struikelen. Ik heb het hele dossier ingezien. Van de eerste nep-flax, van je ontmoeting in Brussel en van je opzet om via nepmails haar onderuit te halen. Je mocht er met niemand over praten maar daardoor had je niet door dat het hele verhaal fake is. Er is geen president die jou ingeschakeld heeft, er is geen gekwalificeerde flax, er is geen wapendeal en er is geen contactpersoon vanuit het Witte Huis. Allemaal fake! De Russen zitten achter deze opzet om de Amerikanen in diskrediet te brengen en een wig te drijven tussen Amerika en Saoedi-Arabië door een deal met Israël te suggereren. Stel dat je doorzet en onze minister daardoor struikelt. Amerika zal weinig overtuigend zeggen dat er geen deal is en dat jij als een lonely wolff hebt gehandeld. Grote verwarring alom en een ernstige verstoring van de wereldvrede waarbij de Russen aan de zijlijn staan te lachen. Er is alleen maar rivaliteit tussen Rusland en Amerika en de Russen hebben in jouw persoon een gretige maar ook naïeve figuur gevonden om de positie van Amerika in het Midden Oosten te verzwakken. Ze hebben wellicht gebruik gemaakt van het latente wantrouwen dat je hebt naar onze eigen minister. Dat heeft je verblind. Ik weet van de opzet omdat de Israëlische geheime dienst Mossad mij daarover heeft ingelicht. Ook onze minister voor ontwikkelingssamenwerking is voor 100% op de hoogte. En nu mag ik als haar boodschapper optreden: zij doet jou het aanbod om over deze hele zaak te zwijgen onder de voorwaarde dat je nog voor de kerst zelf aftreedt. Ga je op kerstavond vóór 12 uur niet op haar voorstel in dan ontvangt de MP op eerste kerstdag het hele dossier als een bijzonder kerstpakket bij zijn kerstontbijt. Het is nu aan jou om te beslissen. Sorry, maar zo liggen de kaarten
.” Waarna het bevriende kamerlid zonder hem nog aan te kijken prettige feestdagen toewenst en opstapt.

“Ga je op kerstavond voor 12 uur niet op haar voorstel in dat ontvangt de MP op eerste kerstdag het hele dossier als een bijzonder kerstpakket bij zijn kerstontbijt. Het is nu aan jou om te beslissen. Sorry, maar zo liggen de kaarten.”

Geen twijfels
Hij heeft nog enkele uren om een beslissing te nemen. Hij twijfelt geen moment aan het verhaal van het kamerlid. Zijn kennis van de details laat eenvoudigweg geen twijfel toe. Behalve de conciërge is niemand meer in het gebouw dat nu koud en kil aanvoelt. Hij heeft zijn bezoek aan het familiefeest in de Ardennen afgezegd. De grote eenzaamheid die hem nu overvalt, maakt het hem moeilijk naar het waarom van zijn falen te zoeken. Hij kan maar niet geloven dat de flax nep was. Dat alles nep is. Dat er helemaal geen president van Amerika is die hem nodig heeft. Kan hij zijn collega-minister bellen? Maar wat kan de uitkomst daarvan zijn? In al zijn wanhoop ziet hij in dat er niets anders op zit dan de MP te schrijven dat hij aftreedt. ‘Om persoonlijke redenen’. Achteraf is het makkelijk praten. Dat je altijd een check moet uitvoeren. En: is het wat het lijkt? Was hij verblind door tomeloze ambities of zijn het de beginnersfouten die hem fataal zijn geworden. Of zelfs nog erger: een combinatie van die twee?
Nog een half uur te gaan. De eerste zinnen staan op papier. Droge zinnen zonder een spoor van emoties al staat hij inwendig in brand.

Nog een half uur te gaan. De eerste zinnen staan op papier. Droge zinnen zonder een spoor van emoties al staat hij inwendig in brand.

Dear Friend
Maar dan: droomt hij? Hallucineert hij?
De flax ratelt opnieuw en spuwt een papier uit. Het ligt nu op de grond maar hij durft het niet op te pakken. Hij had na het gesprek met het kamerlid het heilloze apparaat al direct moeten laten verwijderen. Gek wordt hij ervan.
Maar dan leest hij toch de tekst: ‘Dear Friend, Ik weet precies wat je allemaal doormaakt. Ik heb het van die Russen allemaal vanaf het prilste begin geweten maar kon je simpelweg niet waarschuwen. CIA and America First, dat begrijp je. Bel met mijn ambassadeur in Den Haag. Hij heeft nieuws om te voorkomen dat jij struikelt. Doe het snel want hij staat op het punt om naar de States te vliegen om de kerst in familieverband door te brengen. Twijfel niet maar volg zijn advies op. Zie je wellicht al over enkele weken in het Witte Huis. D.’
Hij schuift de gordijnen van zijn kamer open. Buiten veranderen de miljoenen sneeuwvlokken het terrasgebouw van het ministerie aan de Rijnstraat in een enorme kerstboom.
Hij belt naar de Amerikaanse ambassadeur. Door de lange wachttijd voelt hij een zenuwaanval opkomen. Eindelijk gaat de wachttoon over in een ijzige piep waarna een boodschap kan worden ingesproken. Zijn telefoon valt uit zijn handen en komt op het harde bureaublad terecht.

Hij heeft nog maar vijf minuten.
Hij rekent op zijn intuïtie. Hij pakt opnieuw zijn telefoon.


Hij heeft nog maar vijf minuten.
Hij rekent op zijn intuïtie. Hij pakt opnieuw zijn telefoon. Kuchend probeert hij zijn stem weer trefzeker te laten klinken. Één klik is genoeg om de juiste persoon te pakken te krijgen. Hij recht zijn rug.

*BuZa Het ministerie van Buitenlandse Zaken, **MP minister-president, ***SG secretaris-generaal, hoogste ambtenaar op een ministerie


Giep Hagoort is creativiteitsprofessor, hoogleraar emeritus kunst en economie aan de Universiteit Utrecht/HKU. Erik Uitenbogaard is grafisch ontwerper en illustrator, en hoofdconservator van het Cartesius Museum.



Giep Hagoort
Opniniestuk in De Volkskrant van 26 augustus 2017

Beweeg de muis over de afbeelding voor een groter formaat.



Giep Hagoort
Bijdrage in De Groene Amsterdammer van 27 april 2017

Actie-onderzoek 

In het artikel van Sanne Bloemink over een afnemend draagvlak voor de wetenschap wordt de traditionele wetenschapsbeoefening afgezet tegen innovatieve manieren van onderzoek (De Groene van 20 april). Het artikel sluit af met de conclusie dat universiteiten ruimte moeten maken voor creatieve en innovatieve onderzoeksmethoden om de kloof tussen universiteiten en de samenleving te kunnen overbruggen. Als hoogleraar em kunst en economie aan de Universiteit Utrecht/HKU kan ik deze conclusie alleen maar onderschrijven. En al eerder is deze conclusie getrokken, ook in De Groene, waarbij de traditionelen vooral baat hebben bij de gevestigde financieringsstromen, een aspect dat in het artikel zelf niet ter sprake komt.

In het artikel wordt echter een misverstand bevestigd over actie-onderzoek. Bij monde van actie-onderzoeker Albert Jan Kruiter wordt beweerd dat praktijkgericht actie-onderzoek binnen de universiteit als onwetenschappelijk wordt opgevat. Dit is onjuist. In elk boek over onderzoeksmethodologie wordt actie-onderzoek als een aanvaarde onderzoeksmethode gezien. Ook door de traditionelen.

Wat wel het geval is, is dat de traditionele wetenschapsbeoefening zeer kritisch staat tegenover actie-onderzoek. Belangrijkste kritiek is dat het heel moeilijk is om in de praktijk de zelfstandigheid van de onderzoeker te garanderen. Uit mijn eigen promotie over actie-onderzoek bij Toneelgroep Amsterdam (1998, Nyenrode) blijkt dat deze zelfstandigheid gehandhaafd kan worden door als onderzoeker een heel duidelijk onderzoeksprotocol te hanteren en in het manuscript academische kwaliteitsnormen te respecteren. Een competente promotiecommissie staat vervolgens garant dat het onderzoek in de juiste wetenschappelijke innovatie wordt geplaatst.

Zijn daarmee alle problemen rond actie-onderzoek opgelost? Absoluut niet, zo is mijn waarneming. Er zijn weinig hoogleraren bekwaam om actie-onderzoek te beoordelen, de aanwezige interdisciplinariteit te doorgronden én te waarderen en af te stappen van de eigen, als regel traditionele wetenschapsopvattingen. En ook de gevestigde wetenschapsbladen en academische commissies missen vaak de beoordelaars om tot een innovatieve, vakoverstijgende waardering te komen.


Giep Hagoort is oprichter-dean van ASOM.



Giep Hagoort
19 januari 2017

Luchtbellen rond management


Wat een goed idee van Sir Edmund (Volkskrant 14/1/2017) om de luchtbellen rond management eens door te prikken. De aanpak zelf behoeft enige kanttekeningen. Het artikel van Tonie Mudde gaat inhoudelijk niet over het management zelf maar over psychologische testen, brainstormen en besluitvorming. Als de schrijver was begonnen met te vertellen wat onder management verstaan moet worden, was de gekozen aanpak wellicht meer to the point geweest. 

Drie pijlers
Management kent in hoofdzaak drie pijlers: strategievorming, organisatieontwikkeling en leiderschap. De belangrijkste wetenschappers zijn respectievelijk Ansoff (†), Mintzberg en Covey (†). Zij hebben – in gezelschap van de stichter van het moderne management Peter F. Drucker (†) – het denkraam voor het ontstaan en functioneren van organisaties ontworpen.

Interdisciplinair
Van groot belang is het om in te zien dat management een interdisciplinaire wetenschap is waaraan verschillende disciplines inclusief kunsten een bijdrage leveren. Probleem is niet dat veel onderzoek ter discussie staat. Het echte probleem is dat onderzoekers zich niet bewust zijn van de interdisciplinariteit. En dat zij algemene uitspraken doen over organisaties en organisatietechnieken terwijl het monodisciplinaire bijdragen zijn, en dus uiterst beperkt in de toepassing.

Tekortkomingen van het juiste licht
Psychologen, economen, sociologen, neurobiologen, zij allen pretendeerden het juiste licht te zien. En dat brengt veel tekortkomingen met zich mee. Een voorbeeld: economen, en in hun kielzog consultants en beleidsmakers, hebben het management overgoten met aandeelhouderswaarde, topdown-planning en kwantitatieve meten=weten-regels. Het kost het functionerend management veel energie om zich hiervan te bevrijden en antwoord te vinden op de urgente, interdisciplinaire vraag welke maatschappelijke meerwaarde en relevantie de eigen onderneming heeft.

Naar een doorstart
Kortom: stel psychologische testen en hun bedenkers en uitvoerders niet gelijk aan management. Zowel de managementtheorie als de psychologie schiet hier niet veel mee op. Blijft staan dat de redactie mijns inziens een goede keuze heeft gedaan om de kwaliteit van het managementdenken aan de orde te stellen. Ik kijk uit naar een doorstart.


Giep Hagoort is hoogleraar emeritus kunst en economie Universiteit Utrecht/HKU,
creativiteitsprofessor ASOM.



Giep Hagoort

2017: Creatieve samenwerking als voorbeeld
Laten MBA-opleidingen het afweten?

Samenwerking
Organisaties zijn op samenwerking aangewezen als het gaat om de aanpak van complexiteiten als globalisering en digitalisering. Dat geldt zeker ook voor het jaar 2017. Op alle niveaus van de samenleving is er behoefte aan ideeën om deze samenwerking succesvol te laten verlopen. Aan MBA-opleidingen en managementcentra lijkt deze strategische samenwerking bijna geheel voorbij te gaan. Deze instituties blijven voornamelijk gericht op de individuele, op concurrentie gerichte organisatie. Een achterhaalde praktijk. Het novembernummer van 2016 van Harvard Business Review is daarvan een sprekend voorbeeld. Slechts één artikel gaat over samenwerking op het gebied van innovatie. Voor het overige gaat het vooral over CEO’s, organisatieverandering, industriespionage en strategievorming. (En een pagina met zeven vragen aan performance kunstenaar Marina Abramović, dat weer wel...)

Vanuit de creatieve industrie
De creatieve industrie (kunst, design, entertainment en cultureel erfgoed) daarentegen laat zien dat betekenisvolle samenwerkingsresultaten te behalen valt op het gebied van innovatie, productie, marketing en beleving. Deze creatieve samenwerking kan als voorbeeld dienen voor andere sectoren. De vele culturele festivals laten zien dat vergaande samenwerking mogelijk is op zowel op het podium als backstage. Toonaangevende musea slagen erin internationale toptentoonstellingen te organiseren door intensieve samenwerking op de gebieden uitwisseling, onderzoek, veiligheid en marketing. Creatieve broedplaatsen bundelen de krachten van zelfstandige kunstenaars en ontwerpers, en zijn een partner voor innovatie en creativiteit. Samenwerking is het DNA van de creatieve industrie. Hoe kunnen bedrijven profiteren van de kennis die de creatieve industrie al doende heeft ontwikkeld?

Disruptief
Vijf disruptieve principes, alle geboren in de praktijk van het creatief samenwerken, zijn in mijn ogen van groot belang. Disruptief vanwege het ontregelende karakter ten opzichte van de traditionele kenniscentra en de daaraan gekoppelde managementopleidingen.
1. Schep vrijheid van denken en handelen aan de basis van de organisatie.
Het traditionele beeld van organisaties is nog steeds de piramide met de CEO aan de top en de medewerkers als uitvoerders aan de basis. Deze medewerkers hebben nauwelijks de vrijheid om het eigen werk te organiseren. Ondanks de lippendienst aan het begrip ‘platte organisatie’ worden de werknemers nog steeds in het gareel gehouden door functioneringsgesprekken, top down management en ander ongemak. Vrijheid – met als voorbeeld artistieke vrijheid - is van groot belang om innovatief te kunnen samenwerken met collega’s van strategische partners
2. Bouw aan partnerschappen vanuit een collectieve transitie.
Het belang van de individuele organisatie staat centraal in het huidige, achterhaalde, op beheersing gerichte managementdenken. Men komt nauwelijks toe aan het inzetten van partnerschappen om een duurzame samenleving te realiseren. Bestaande marktposities, praktijken en opvattingen worden vertaald naar het collectieve belang van de externe samenwerking. Een collectieve ambitie die gebaseerd is op transitie (situaties in verandering) is nodig omdat deze dan meer aansluit op de verwarrende tijd waarin we nu leven. Binnen de creatieve industrie spreken we in dat verband van contributing culture.
3. Geef voorrang aan revolutionair leiderschap.
De praktijk van leidinggevenden is voornamelijk gericht op het beheersen van teams en afdelingen. Ook al worden cursussen gevolgd over ‘authentiek leidinggeven’ of ‘de leider als coach’, de berichten vanuit de werkvloer over het erbarmelijk slecht leidinggeven spreken echter boekdelen. Leiders in strategische partnerschappen moeten zich uitgedaagd voelen het roer radicaal om te gooien, voorop te gaan in het veroveren van nieuwe praktijken en het toepassen van vernieuwende werkwijzen. Bij samenwerken in transities past een geheel eigen leiderschapstijl. Revolutionair en met grote betrokkenheid bij de eigen omgeving, binnen en buiten het strategisch partnerschap.
4. Radicaliseer de middenlaag in de richting van lerende cellen.
De literatuur over samenwerking is vaak vaag over de middenlaag binnen strategische samenwerkingsverbanden. Als regel wordt de eigen, vaak top down organisatiecultuur tot inzet gemaakt hoe er samengewerkt moet worden. Samenwerking kan zo uitmonden in politieke spelletjes, teleurstellingen en afhaken. In de creatieve industrie zien we gedreven mensen – van hoog tot laag – die gaan voor de beleving, de kick van een goede voorstelling, het plezier van het publiek. Voorwaarde is wel dat de opgedane ervaring omgezet wordt in kennis en dat deze kennis beschikbaar komt voor anderen. Kortom haal een streep door de eigen bureaucratie rondom samenwerking en stimuleer autonome cellen die bijdragen aan een uitdagende leercultuur.
5. Mobiliseer lone wolves in de eigen omgeving.
De hedendaagse samenleving is opgeschrikt door de gewelddadigheid van lone wolves. Personen die al dan niet vanuit een ideologie overgaan tot het veroorzaken van dood en verderf. De essentie van een lone wolf is gedrevenheid en de wil om tot actie over te gaan. Met behulp van internet zijn relevante, niet-gewelddadige lone wolves op het gebied van eigen transities op te sporen. Hoe kan hun creatieve kracht gebruikt worden? Binnen de creatieve industrie krijgen deze personen (via social media) al een podium en brengen zo nieuwe doelgroepen binnen. Ook strategische partnerschappen kunnen lone wolves mobiliseren en inzetten voor de collectieve ambitie.

Moed
Inderdaad, de samenleving is complex. De beelden die in 2016 en de eerste dagen van 2017 de wereld zijn overgegaan, zijn echt schokkend geweest. Radicale verandering is nodig om te werken aan een gevoel van richting, gebaseerd op creativiteit en duurzaamheid. Samenwerkingsverbanden van (grote) organisaties moeten ons daarbij helpen. De vraag aan hen is of zij zich in 2017 in samenwerking met elkaar ten volle willen inzetten voor deze transitie. Daarbij de moed tonen verouderde managementbenaderingen achter zich te laten. En de MBA-opleidingen de nodige realiteitszin bij te brengen.


Giep Hagoort is dean ASOM en hoogleraar emeritus kunst en economie aan de Universiteit Utrecht/HKU. Onlangs verscheen van hem het boek Cooperate The Creative Normal (Uitgeverij Eburon).


ONRUST

Politiek kerstverhaal 2016 - Giep Hagoort

Zijn mintthee blijft onaangeroerd. Hij tuurt gedachteloos naar de lichtjes in de donkerte van de nacht. De kerstpost ligt ongeopend in grote stapels naast de door het partijbureau aangeboden kerstroos. Hij ziet niet dat de eerste verdorde bladeren al de grond hebben bereikt. Zijn telefoon gaat. Het is Mam. Als in een reflex drukt hij haar weg. Even later eist poes Pleurtje wel met succes zijn aandacht op. Haar gejank heeft hem weer bij zinnen gebracht. Ze krijgt uit dank een extra portie poezenbrokjes. Maar dan toch weer die prangende vraag die hem de laatste dagen geheel in beslag neemt: hoe ziet zijn toekomst eruit? Alles wijst erop dat hij als premier het veld moet ruimen. Wat hem onrustig maakt, is de vraag welke rol Fractieleider speelt.

Frisse duik
Hij herinnert zich nog goed hoe hij met Vriend al dobberend op het water filosofeerde over zijn toekomst. Het was een zwoele zomeravond en met de hoeveelheid glazen wijn nam ook het optimisme toe. Oh zeker, een derde kabinet zat erin ook als moest nog wel even de hobbel met de PVV genomen worden. Zijn partij zou harde voorwaarden stellen en Oppositieleider zou als vice-premier in het kabinet plaatsnemen. Geen way-out meer via een gedoogconstructie. Dat was de les die ze uit de periode 2010-2012 getrokken hebben. Met Vriend speelde hij aan het eind van deze prachtige zomeravond nog even een persconferentie na. ‘Maar de partij zou niet meer met de PVV regeren?’ ‘Nee, zo hard is dat niet geformuleerd. Wel: welhaast ondenkbaar, maar geen boycot. En kijk hoe de PVV is bijgedraaid. Het extreme is eraf.’ Maar: ‘Het Minder Minder heeft de PVV niet ingetrokken!’. ‘Dat is juist maar het is nu een zaak onder de rechter en dan moeten wij politici daar niet over oordelen.’ Op weg naar het haventje namen ze nog een frisse duik in de plas. Hij voelde zich als zo vaak een bijzonder zondagskind.

Extremer
Maar hij herinnerde zich ook een ander gesprek die zomer, en wel met Opinieleider tijdens een onrustige periode rond de komst van vluchtelingen. Opinieleider maakte duidelijk dat als zijn taal en woorden niet extremer zouden zijn dan die van Oppositieleider, hij geen schijn van kans zou maken om een derde kabinet met zijn naam te vormen. Immers de door het de media gecultiveerd idee over sociale boosheid laat niet toe dat politici aan de linkerkant van de PVV betrouwbaar zouden zijn, zo filosofeerde Opinieleider hardop voor zich uit.
Ze lieten samen wat mogelijkheden de revue passeren. Er een criminele vluchteling uitpikken en met veel vertoon het land uitzetten? Marokkaanse jongeren die voor overlast zorgen direct achter slot en grendel zetten? Of meer in het algemeen, zoiets als: ‘je past je aan en anders pleur je maar op’. Wellicht iets voor de VPRO omdat ze hem in het zonnetje willen zetten in de serie Zomergasten?’ opperde Opinieleider. Ook verkenden zij zeer globaal de mogelijkheden van een politieke exit als blijkt dat de kaarten voor hem zeer ongunstig zouden uitpakken. Maar Opinieleider had hem gerustgesteld: als hij verbaal de lead zou nemen zullen belangrijke media hem zeker trouw blijven. ‘Rond kerst is het vroeg genoeg om hierop terug te komen.’ sprak ze hem bemoedigend toe. Hij veinsde de komst van een lichte griep en nam de uitnodiging niet aan om samen nog wat te drinken op haar hotelkamer. Pleurtje vertrouwde hij bij thuiskomst toe dat hij blij was de uitnodiging te hebben afgeslagen.

De Jago?
Al nachten achtereen kan hij de slaap niet vatten. Woelend in zijn bed probeert hij tot rust te komen. Maar tevergeefs. Telkens kijkt hij naar de wekker. Het is twee uur, drie uur, vier uur...
Wat heeft Fractieleider van zijn eigen fractie bedoeld toen hij al in 2014 de media meedeelde beschikbaar te zijn als leider van zijn partij. En in september van dit jaar de PVV overschaduwde met de uitlating dat Nederturken maar beter naar hun eigen land kunnen vertrekken. De complimenten voor deze uitspraak kwamen van alle kanten ter rechterzijde. En dit nota bene gekoppeld aan zijn opmerking dat vluchtelingen naar Nederland komen om cosmetische operaties te laten ondergaan. Als premier kun je dat natuurlijk niet zeggen maar hij was wel stinkend jaloers op deze wijze van profileren.
Maar hoe bedreigend is deze persoon? Hij kent hem goed en informeel heeft hij hem wel eens gevraagd naar zijn diepere motieven. Wat hij ervan nog heel goed herinnert, is de vaagheid van zijn antwoorden en vooral een soort overdreven loyaliteit. ‘Zolang jij politiek leider bent, is mijn positie niet aan de orde anders dan die van Fractieleider.’ Dat statement houdt hem uit de slaap. ‘Zolang, Zolang’. Maar wie bepaalt dat? Hij herinnert zich ook de toneelfiguur Jago, beschreven door, was het Shakespeare?, die Vriend in herinnering brengt als er weer een intrigantenspel opgevoerd wordt. Jago die naar buiten loyaal oogt maar in en in slecht is en uiteindelijk zichzelf dient. Het is klip en klaar: deze mede-bestuurder zal toeslaan als hijzelf op zijn zwakst is. En hij weet: deze persoon mist weliswaar de nodige intelligentie maar is wel een echte straatvechter. Iets wat hij niet in zich heeft. Nog steeds heeft hij nachtmerries van het gevecht met Belaagster, enkele jaren geleden. Doodmoe stapt hij om zeven uur uit bed en zelfs het gemiauw van Pleurtje kan hem niet opbeuren.

Brussel
Op aanraden van Vriend reist hij af naar Brussel om met een hoge ambtenaar informeel wat hij noemt ’Europa door te nemen’. Hij kent haar nog vanuit zijn jaren als JOVD-voorzitter en later Unilever, en ze hebben altijd als goede vrienden het contact aangehouden. Toen er een EU-vacature voor een Nederlandse kandidaat open stond, was de ideale persoon snel gevonden. Hij spreekt het liefst niet af in haar flat want daar voelt hij zich wat ongemakkelijk bij. Tijdens het etentje op de Grote Markt - hij heeft de ervaring dat hij in Brussel nauwelijks wordt herkend – vertelt ze over de problemen die er zijn binnen de Europese Commissie. Er heerst grote verdeeldheid tussen de commissieleden onderling terwijl de problemen een grote urgentie hebben: de Brexit van de UK en de komst van Trump in januari a.s bijvoorbeeld. Ook een dreigende financiële crisis baart zorgen, vooral nu de Italianen nee hebben gezegd tegen het hervormingsplan van premier Renzi.
Maar zelf wil hij vooral weten hoe de Brusselse top over hem oordeelt. Niet dat hij ambities in die richting zou hebben – hij kan niet anders dan op dit moment een leugentje om bestwil verzinnen – maar als leider van een Europees land moet je wel op hoogte zijn. Hij knoopt de volgende woorden goed in z’n oren. ‘Voor zover ik dat kan beoordelen, word je gezien als een goed procesbestuurder maar je Europees profiel is vlak. Je hebt geen doorbraken op je naam staan en je speelt geen rol in de as Berlijn-Parijs. In gesprekken die adviseurs hebben met voorzitter Juncker wordt je naam niet genoemd en je hebt zelf gemerkt dat je ook niet gebeld wordt. Je optreden wat het Oekraine-referendum betreft wordt hier niet echt serieus genomen. Als je je profiel wilt aanscherpen – en ik zie in je ogen dat je dat wilt – zul je toch uitdrukkelijk een Europese visie moeten laten horen. By the way blijf je bij mij overnachten?’. Hij is erg moe en blij dat hij zijn chauffeur heeft beloofd nog diezelfde avond terug te rijden naar Den Haag.

Piano
Hij vindt enigszins rust in het pianospelen. Soms bekruipt hem de gedachte dat het misschien beter was geweest als hij toch voor het conservatorium had gekozen – ondanks zijn pover talent - in plaats van de studie kunstgeschiedenis en het bedrijfsleven. In de muziek uit je je gevoel en niemand vraagt om een visie. Doodziek wordt hij van de noodzaak een visie op zaken te hebben. ‘Visies zijn olifanten die je het zicht op de toekomst benemen’ heeft hij een keer opgemerkt en waaraan hij nog veel moet denken. Een visie op het Europa van de Toekomst? Te gek voor woorden. Wat hij overigens hoorde over de Nederlandse eurocommissaris verbaast hem niet. Zijn collega’s vinden dat deze commissaris teveel solistisch opereert en zijn positie in Europa wil versterken ten koste van het aanzien van de commissie zelf. Er wordt zelfs gefluisterd dat hij uit zou zijn op het voorzitterschap van de commissie. Hij voelt diep van binnen: als deze man zou struikelen – en waarom niet – hij mogelijkerwijs zelf als commissaris in aanmerking zou willen komen. Hierover spreekt hij zelfs niet met Vriend want die laat graag wat achteloos achter in zijn contacten met de pers. Vaak ten goede maar nu even niet.
Maar hoe pakt hij dit aan? En de situatie is er niet gunstiger op geworden. Door de veroordeling van de leider van de PVV vanwege discriminatie en haat zaaien is deze in de peilingen opnieuw gestegen en dit keer zeer ten koste van zijn eigen partij en zijn eigen positie. En wat zijn Oekraine-aanpak betreft: hoe ondankbaar kan het volk zijn! In zo’n situatie schat hij in dat het ondenkbaar is dat hij een derde kabinet op zijn naam kan zetten. En voor het eerst wordt binnen en buiten zijn partij ook hardop getwijfeld of hij Oppositieleider in deze tijd van verharding wel aankan. Het ‘Doe-zelf-normaal-man’ heeft laten zien dat zijn eigen reacties voornamelijk defensief zijn. Hij weet nu dat hij een ongebruikelijke stap moet zetten wil hij met politieke egards de Haagse kaasstolp kunnen ontsnappen. Want een ding weet hij inmiddels heel zeker: ‘ik moet hier zo snel mogelijk weg wezen!’ Voor het eerst valt hij direct in een diepe slaap en droomt hij van zijn Brusselse Ogen & Oren.

De aanval
Maar de onrust blijft hem opnieuw achtervolgen. Hij heeft nog geen concrete stap voor ogen terwijl de tijd dringt. Nog dit jaar en het liefst voor kerst moet duidelijk zijn welke nieuwe politieke positie hij zal innemen, en wel binnen de EU. Want de EU is de enige optie voor zijn politieke toekomst. Anders dreigt het zwarte gat waarin zo vele afgedankte politici voor hem gevallen zijn.
Hij belt Fractieleider om zo snel mogelijk een vertrouwelijk gesprek te hebben. De urgentie is mede van belang omdat hij ingefluisterd is dat Fractieleider ‘met iets onfris bezig is.’ Nog diezelfde avond spreken zij af in zijn appartement. Hij ruimt de bladeren van de kersroos op en propt de kerspost achter Pleurtjes mand. Hij valt met de deur in huis: ‘Luister, ik heb besloten zo spoedig mogelijk af te treden. Maar ik wil met je praten over de voorwaarden. Jij wordt mijn opvolger en je eerste daad is mij informeel voordragen als EU-commissaris. Jij en ik zorgen ervoor dat de huidige Nederlandse commissaris moet aftreden hetgeen de weg vrijmaakt voor mijn benoeming. Intussen neem ik contact op met Juncker om zijn instemming te verkrijgen. Aan Vriend vraag ik om via zijn hackers een email op te duikelen die het onvermijdelijke gevolg van aftreden van de huidige commissaris moet inluiden.’ Ze schatten in dat het niet moeilijk moet zijn zo’n email – bijvoorbeeld in verband met zijn tomeloze ambities - boven tafel te krijgen. Vanzelfsprekend laten ze hem niet met lege handen gaan! ‘Wat vind je van dit plan?’
De Jago stemt zonder voorbehoud in met het scenario, zo’n intrige is koren op zijn molen. Daar lust hij wel pap van. Wat hij niet zegt is dat hij al zelf met een soortgelijk plan in een vergevorderd stadium bezig is. Maar zijn plan zou slecht voor zijn voorganger aflopen. Iets daarvan zou volgens zijn planning een vertrouweling achteloos laten vallen tijdens de komende kerstborrel. Dat is dus nu niet meer nodig! Ze nemen tot vroeg in de ochtend alle ins & outs van het plan door en maken zelfs een aanzet tot een gemeenschappelijk persbericht. De enige die in de kamer nog wel onrustig is, is Pleurtje. Haar baas heeft haar poezenbrokjes even totaal vergeten.

Nieuws
Hij belt Mam. Ja, ze heeft gebeld maar hij kon echt niet opnemen. Vandaar dat hij nu even contact zoekt. Nee, er is niets mis met de wekelijkse was en hij komt deze week gewoon eten. Hij wil wel zo dadelijk langskomen om een kerstcadeau te brengen. Ook heeft hij nieuws dat hij haar graag persoonlijk wil vertellen. Nee echt, er is niets ernstigs en ook zijn gezondheid is OK. Wat hij haar vertelt zal de volgende dag op de voorpagina van zijn geliefd ochtendblad staan. De lezers krijgen dan het volgende bericht onder ogen.
‘Premier neemt ontslag en wordt EU-commissaris. De premier heeft zijn ontslag aangeboden aan de koning. Hij zal gaarne de vacature in de EU-commissie vervullen nu de huidige Nederlandse commissaris na een ernstige aanvaring met de commissievoorzitter Juncker benoemd is tot Hoge Commissaris voor de VN inzake Bilaterale Samenwerking. Een post die al enkele jaren oningevuld is gebleven. De premier heeft aangegeven na twee kabinetten met zijn naam toe te zijn aan een nieuwe politieke uitdaging en daarbij graag ruimte wil maken voor zijn opvolger, de huidige fractievoorzitter. Haast is daarbij geboden omdat commissievoorzitter Juncker graag uiterlijk 31 december zijn commissie weer compleet wil hebben’.

Voor het eerst is hij niet beschikbaar voor de media om het bericht toe te lichten. Volgens afspraak laat hij dit over aan zijn opvolger. Fractieleider meldt dat hij het een hele zware verantwoordelijk vindt om de partij te leiden tot aan de verkiezingen in maart komend jaar. Maar hij is er klaar voor! Zijn speerpunten? Snelle uitzetting van criminele asielzoekers, Europa op de rem, kunstsubsidies opnieuw halveren en zorgpremies bevriezen. En regeren met de PVV? ‘Als ik de verkiezingen win, nodig ik Oppositieleider als eerste uit om een stabiele regering te vormen.’

Vrijaf met de kerst
De bel van het Brusselse appartement is nog nauwelijks gegaan of de deur zwaait open: ‘Wat fantastisch dat je benoemd gaat worden als eurocommissaris, kom gauw binnen ’. Ze geeft hem een dikke zoen op beide wangen. Hij heeft geen gelegenheid om de sneeuw van zijn jas te schudden en laat het maar al te graag gebeuren. Hij geniet ervan. ‘Maar wat heb je daar?’ vraagt ze terwijl ze wijst op een doosachtig iets met een kleedje eroverheen. Hij antwoordt dat het Pleurtje is die hij met kerst niet wilde achterlaten. En hij voegt er gelijk ongevraagd aan toe dat hij zijn chauffeur deze feestdagen vrijaf heeft gegeven.
De deur valt met een harde klap in het slot. Zijn telefoon gaat. Het is Mam.



PERSBERICHT
16 februari 2015

Op last van ASOM:
Vrije Universiteit wijzigt naam van managementcentrum

Op last van de Amsterdam School of Management (ASOM) heeft de Vrije Universiteit te Amsterdam met onmiddellijke ingang de naam Amsterdam School of Management geschrapt en van haar website verwijderd. Volgens ASOM was sprake van schending van het merkenrecht door de VU. ASOM bestaat sinds 1992 en heeft het toenmalige college van bestuur van de VU geïnformeerd over de oprichting van de business school. De nieuwe naam van het VU-instituut is Amsterdam Centre of Management Consulting en is inmiddels op de website van de VU in gebruik.

De Amsterdam School of Management is een kennisnetwerk van professionals, gespecialiseerd in interactieve innovatieprocessen bij overheden, instellingen en bedrijven. Oprichter van ASOM is prof. mr. dr. Giep Hagoort.


column Giep Hagoort
15 december 2014

Terughaalactie 'Internoveer!'

Bedrijfsmanagers die kiezen voor top-down innovaties komen bij het gebruik van ons boek Internoveer! bedrogen uit. Zij kunnen hun exemplaar - voorzien van een motivatie - terugzenden naar de Amsterdam School of Management waarna zij het aankoopbedrag vermeerderd met verzendkosten vergoed krijgen. Managers die de innovatiekennis van de werkvloer bottom-up aanwenden, kunnen met een gerust hart Internoveer! blijven toepassen.
Excuses voor het ongemak.
Amsterdam School of Management

Giep Hagoort creativiteitsprofessor (www.giephagoort.nl)


column Giep Hagoort
18 juni 2014

Buro Zwolle

Waarom wil MAPA een internationale summerschool in 2014 organiseren voor jonge theatermakers in het Zwolse Theater The Young Ones? Waarom behoort het Museum de Fundatie in Zwolle tot de top van de gemeentelijke musea? Waardoor wordt Bibliotheek Zwolle herhaalde malen genoemd als een voorbeeld van een innovatieve, maatschappelijk betrokken bibliotheek? Waarom was Zwolle in 1987 uitgekozen om de eerste gemeente te zijn voor een economische, stedelijke impactstudie van de culturele sector, inclusief monumenten/cultureel onroerend goed? In de Atlas van Nederlandse gemeenten van 2012 krijgt Zwolle als 'voorbeeldstad' een voorkeursbehandeling. Wat is dan zo kenmerkend aan Zwolle, waar de wieg heeft gestaan van de SDAP 120 jaar geleden en van Herman Brood in 1946?
ASOM heeft het Buro Zwolle opgericht om een antwoord te geven op de vraag: kunnen we leren van Het Zwolse Model? Het heeft wellicht te maken met de politieke cultuur, een organische manier van samenwerken, een authentiek streven van je eigen gang gaan van de 'blauwvingers'. Maar bovenal wellicht met het geven van ruimte aan pioniers. Deze stad van ruim 120.000 inwoners weet zonder een universiteit in haar midden hoog te scoren in het creëren van nieuwe, maatschappelijke en culturele kennis. Buro Zwolle, dat deze kennis in kaart brengt, kan bereikt worden via de website van ASOM. NB Overigens er zijn ook reagluurders met een snoeihard tegengeluid: Zwolle: doods, saai en lelijk. ik ga liever naar Apeldoorn!

Giep Hagoort is cultureel pionier en founder-dean van ASOM


column Giep Hagoort
6 mei 2014

Waarom ik kies voor Europa
Jongeren kunnen zorgen voor een wake-up-call

Nee, de alom bekritiseerde EU is beslist niet hetzelfde als Europa. Maar omdat ik kies voor Europa neem ik deel aan de EU-verkiezingen op 22 mei. Europa is een continent van Ierland tot aan de Russische Oeral, van Nova Zembla tot aan de Middellandse Zee. Dit continent telt 47 landen die verenigd zijn in de Raad van Europa. De raad houdt toezicht op de naleving van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. De EU is een samenwerkingsverband van 28 staten dat een aantal afspraken gemaakt heeft over wetgeving, begrotingen, interne marktwerking en vrij verkeer. De EU stimuleert regionale ontwikkelingen en coördineert het optreden van Europa op het wereldtoneel. Van de 28 lidstaten hebben 18 landen zich verbonden aan de euro, de gemeenschappelijke munt binnen de EU.
Europa staat voor mij als een garantie voor het respect voor democratie (het kiezen van onze vertegenwoordigers), vrede (de omgang van staten via geweldloos overleg), en vrijheden (van spreken en verbeelden). In dit respect staat Europa van alle continenten op de eerste plaats. Amerika verdient deze plaats niet want het tast de vrijheid aan door het heimelijk bespieden van wereldburgers. In Afrika en Latijns-Amerika groeit langzaamaan het respect al zijn er grote verschillen, positief en negatief. In Azië worstelen de landen met het verder vormgeven van vrijheden en vrije verkiezingen. Het continent heeft wel de grootste democratie op aarde: India.
Dat Europa geen waterdichte garantie afgeeft voor het respect van de hier genoemde fundamentele waarden, is voor iedereen duidelijk. Roma's worden in enkele EU-landen ronduit gediscrimineerd en achtergesteld. Gevestigde politieke partijen profileren zich in Europa door vreemdelingenhaat te verspreiden. Aan het eind van de vorige eeuw kon Europa niet zelf de gruwelijke Balkanoorlog beëindigen. Een regelrecht trauma, ook voor de Nederlandse soldaten die dienden in Srebrenica. Aan de rand van en binnen de grote Europese metropolen en op het platteland leven Europese burgers onder de armoedegrens. In EU-landen heerst er grote werkloosheid onder jongeren (Griekenland 59%, Spanje 55%, Nederland 10%, cijfers uit 2013) en dreigen oudere werklozen definitief aan de kant gezet te worden.
Problemen genoeg maar de vraag is hoe moeten ze worden aangepakt. Het antwoord: vanuit de Europese waarden! Raken we overvallen door cynisme en onverschilligheid betreffende deze waarden dan glijdt ons Europa af naar een verzameling staten die elkaar de wacht aanzegt, militair intervenieert en onder de gewone burgers de eerste slachtoffers maakt.
De EU-verkiezingen van 22 mei geeft de mogelijkheid om het Europees perspectief op democratische wijze vast te houden en uit te bouwen. Hebben we vertrouwen in ons eigen continent Europa - nogmaals dat is een rijker begrip dan de EU - dan kunnen we vervolgens de dagelijkse praktijk binnen onze eigen EU aanpakken. De grootste klachten zijn: bureaucratie, vriendjespolitiek, twijfelachtige uitgaven en een neoliberaal economisch beleid. Maar om deze problemen te gebruiken als een alibi om zich tegen de EU en daarmee ook tegen Europa te keren, is een hachelijke onderneming. De EU is een samenwerkingsverband om op eigen wijze aan het Europa van morgen te werken. Uniek in de wereld maar nog te weinig een beweging van ons allen. Jongeren met hun eigen idealen in de wereld van vandaag kunnen hier zorgen voor een wake-up-call. Door massaal te stemmen op 22 mei houden zij de ouderen een spiegel voor. Ook typisch Europees trouwens, denk aan de grote democratiseringsbeweging van de zeventiger jaren uit de vorige eeuw die elke hoofdstad wakker schudde.
Europa laat me niet koud. Ja, ik ga op 22 mei stemmen.

Giep Hagoort founder-dean ASOM


column Giep Hagoort
20 december 2013

PIONOVEREN in 2014: een hot item?

Pionieren is het als eerste betreden van een nog onbepaald gebied, daarbij op zoek gaand naar ongekende mogelijkheden voorbij bestaande grenzen. Pioniers zien horizonnen die voor anderen nog in nevelen zijn verhuld. Je hebt pioniers in het bedrijfsleven, de wetenschap en het onderwijs en op sociaal-maatschappelijke terreinen. Pionieren wordt ten onrechte gelijkgesteld met innoveren. Innoveren is het vernieuwen van het bestaande aanbod van producten, diensten en processen binnen gekende gebieden. Succesvol innoveren is het afleggen van het traject 'discovery' tot 'exploitation'. Ontbreekt het uiteindelijke resultaat dan kan niet van innoveren gesproken worden. Creativiteit is de belangrijkste brandstof voor innoveren. Kenmerkend voor pionieren is het ontdekken en in kaart brengen van nieuwe terreinen zonder dat direct resultaten in nieuwe producten etc. ontstaan. De mogelijkheid is aanwezig maar het is niet de inzet. Hoewel creativiteit bij het pionieren van belang is, is het niet de drijvende kracht. Deze is bij pionieren gelegen in het verlangen als eerste aan te komen. De oorzaak is gelegen in een positieve en actiegerichte ontevredenheid over bestaande mogelijkheden en kennis, en de ambitie de grenzen te overschrijden. Het in 2004 door ASOM gelanceerde 'internoveren' vulde achteraf gezien de plek tussen innoveren en pionieren.
In de zogenaamde economische crisis hebben bedrijfskundigen gewezen op de noodzaak om te innoveren. Nieuwe producten en diensten zouden als vanzelf nieuwe markten aanboren met als resultaat, grotere organisaties, hogere omzetten en nieuwe banen. Een innovatieacademie in Leven draagt zelfs de naam 'Innovate or Die'. De werkelijkheid van alle dag is weerbarstiger dan de innovatiegoeroes in petto hadden. En zo kon je in de managementbladen lezen dat het misschien handiger qua 'exploitation' is om goed te kopiëren dan om het zelf te verzinnen. Een zekere innovatiemoeheid stak in 2013 de kop op.
Maar wellicht heeft deze moeheid te maken met het ontbreken van een pioniersmentaliteit. Het als eerste willen aankomen in nieuwe gebieden. Voor het jaar 2014 pleit ik voor het ruim baan maken voor de echte pioniers. De ontdekkingsreizigers uit de 15e eeuw waren geen gelukzoekers of roekeloze avonturiers. Zij hadden de vaste wil om de horizon voorbij te zeilen en waren daartoe zeer goed uitgerust met stevige boten, sterke zeilen, gereedschap, een ervaren bemanning, eten en drinken. Pionieren is derhalve ook goed voorbereid te werk gaan.
Van belang is het om een klimaat van pionieren te scheppen die pioniers uitdagen hun stappen naar het onbekende te zetten. Maatschappelijk gezien is duurzaamheid het meest urgente reisgebied. En er zullen genoeg 'profiteurs' - in de goede zin van het woord - achterblijven die met de nieuwe ontdekkingen en met de nieuwe kennis aan de slag gaan om vervolgens succesvol te innoveren.
Laat ik het zo zeggen: Pionoveren in 2014 kan een hot item worden.

Giep Hagoort founder-dean ASOM


Zomeressay van Giep Hagoort en John Huige
16 juli 2013

ZOMER 2015:
WIJKEN IN GROTE STEDEN STAAN IN BRAND

'We konden het weten maar hebben niets gedaan'.

Van onze verslaggevers
De onrust die deze zomer van 2015 de wijken uit Amsterdam, Utrecht en Almere al dagenlang in de ban heeft, is overgeslagen naar Rotterdam, Eindhoven en Maastricht. Premier Zijlstra (VVD) heeft zijn vakantie op de Bahama's afgebroken en op het ministerie van Algemene Zaken een crisisteam ingericht. In een korte verklaring gaf de premier aan het verontrustend te vinden dat de politie de openbare orde in de wijken niet meer onder controle heeft. Bendes van opgeschoten jongeren hebben volgens de premier vrij baan om winkels te plunderen, auto's in brand te steken en bewoners te intimideren. Op internet verschenen filmpjes die lieten zien dat brandweerauto's en ambulances met stenen worden bekogeld. Een hoogleraar strafrecht van de Universiteit Utrecht concludeerde dat Nederland nu definitief zijn eigen no-go-areas heeft. Het totale gebrek aan vertrouwen in de overheid onder de jongeren noemde hij als het grootste probleem.

Zomerzon
Het is juli 2013 en er schijnt momenteel een heerlijke zomerzon. Niets wijst erop dat de hierboven gesuggereerde maatschappelijke ontwrichting in 2015 zal plaatsvinden. Dergelijke taferelen zagen we in de Parijse banlieus van enkele jaren geleden. De rellen zijn welhaast onnederlands! Maar weten we dit wel zo zeker? Rellen die de laatste tijd hebben plaatsgevonden, van Engeland en Zweden tot aan Griekenland en Turkije, kenden een paar gemeenschappelijke kenmerken. Allereerst de spontane, niet geplande start. Het kan gaan om een voorval (een bouwplan, de dood van een metgezel, vriendjespolitiek) dat mede door internet al snel een protestbeweging wordt. Ten tweede het voorval raakt op de achtergrond en er komt een zee aan maatschappelijke onvrede vrij. Vaak als kern: politici denken vooral aan zichzelf maar niet aan ons (werkloze jongeren met een gebrek aan een maatschappelijk perspectief en sociale vrijheden). Ten derde het ontbreken van politieke dialogen door de onmacht van beide kanten om de frustratie om te zetten in constructieve veranderingen en verbeteringen.

Nederlandse context
Plaatsen we deze kenmerken in een Nederlandse context dan valt in de eerste plaats de relatief hoge werkloosheid op, met name onder jongeren. Het OESO kwam in mei 2013 tot een 'onnederlands' percentage van bijna 16 % en daarbij moet in deze tijd de schoolverlaters die geen baan kunnen krijgen, worden bijgeteld. Deze werkloosheid treft met name jongeren met een etnische achtergrond (bijna 30%) waarbij de betrokkenheid van deze jongeren bij de samenleving als geheel op zijn minst als zwak is te beschouwen. De in gang gezette regionale banenplannen zullen op zijn vroegst in het voorjaar van 2014 effect sorteren maar dan hebben we de gemeenteraadsverkiezingen van maart al achter de rug (waarover zo dadelijk meer). Politiek gezien beleeft de coalitie van VVD en PVDA momenteel in de peilingen (van De Hond, 23/6/2013) een dieptepunt. De gezamenlijke zetels van 79 zijn geslonken tot 37 zetels. De PVV van Wilders steeg van 15 naar 29 zetels. Het zijn maar peilingen maar een duidelijker beeld van maatschappelijke onvrede kan niet gegeven worden. Een onvrede die breed wordt gevoed door de overtuiging, ook onder economen, dat 'de samenleving kapot wordt bezuinigd vanwege van 3% norm van Europa'. Door het strakke disciplineringsbeleid van dit kabinet zijn er dan ook twee slachtoffers: de laagste inkomens en Europa zelf. De gewelddadige internetrellen van jongeren in het Groningse Haren van 21 september 2012, lieten zien dat er geen enkele reflectie bij de jongeren bestaat over de maatschappelijke ongewenstheid van hun door alcohol en media ingegeven gedrag. 'Ik deed mee; het is de kick' was een veelgehoorde verklaring.

Urgentie?
Er zijn momenteel geen tekenen die erop wijzen dat we de urgentie voelen om in actie te komen, anders dan het afsluiten van - vaak nog onuitgewerkte - landelijke akkoorden, het vooruitschuiven van belangrijke beslissingen over overheidsfinanciën en hervormingen, en het aangeven dat de politiek 'ermee-bezig-is'. Maar ook aan de onderkant van de samenleving zien we geen opbouwende tegenbeweging tot stand komen. We bedoelen hier de vele burgerinitiatieven die zich bezig houden met doe-het-zelf initiatieven maar geen strategie hebben (of deze teleurgesteld verloren hebben) om de eigen acties te verbinden met een politieke strategie die ervoor zorgt dat het roer daadwerkelijk omgaat, ook in Den Haag.

Werkbaar alternatief
We willen in dit artikel niet volstaan met het uitsluitend analyseren van de huidige situatie. We bieden ook een werkbaar alternatief. Voor dit alternatief grijpen we de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 aan om een positief-constructief plan van in totaal drie punten neer te zetten.
1.
Elk af te sluiten collegeprogramma geeft absolute prioriteit aan nieuw werk in de buurt. Met name worden werkzoekende jongeren ingeschakeld om in de eigen buurt aan duurzaamheidsprogramma's te werken. Onderhoud publieke gebouwen, leefbaar maken van straten, woning- en gebouwenisolatie, aanpakken van zwerfafval en het uitvoeren van klussen voor huishoudens en bedrijven. Dit inschakelen gebeurt op basis van plannen die de jongeren zelf maken. Er is geen behoefte aan een nieuwe regionale top-down arbeidsmarktbureaucratie. En: wat jezelf bedacht en gemaakt hebt dat behandel je met respect.
2.
Elk gemeentebestuur geeft steun aan de totstandkoming van coöperaties die tot doel hebben een wijkgerichte kringloopeconomie te realiseren. Concreet gaat het om duurzame energieprojecten, nieuwe voedselketens (stadslandbouw), kleinschalige, interculturele zorg (voor met name ouderen) en het gezamenlijk gebruik van duurzame consumptiegoederen (auto's, elektrische apparaten, etc.). De nieuwe coöperaties stimuleren een wijkgerichte samenlevingsopbouw tegen een maatschappelijke vervreemding en een gebrek aan vertrouwen in de publieke zaak moet tegengaan.
3.
Talentontwikkeling centraal in het MBO. Een gemeentebestuur moet als eerste het negatieve beeld omtrent de multiculturele MBO scholen bestrijden. Daar waar universiteiten en hogescholen voornamelijk witte bolwerken zijn, halen de MBO-scholen de maatschappelijke kastanjes rond integratie en diversiteit uit het vuur. De kracht van deze scholen krijgt onvoldoende waardering vooral in de media waar de focus met gretigheid ligt op de uitwassen. Het gemeentebestuur kan stimuleren dat talenten onder de MBO-studenten ruim baan krijgen door bijvoorbeeld het invoeren van creatieve werkateliers, speciale studiebeurzen, loopbaantrajecten, ambassadeursschappen en bijscholing voor ouders van talentvolle jongeren. Op deze wijze zullen jongeren het terechte idee kunnen krijgen dat de samenleving hen echt serieus neemt.

Dialoog
Ons alternatief vraagt aan de gemeentelijke politici zich daadwerkelijk in te zetten voor het belang van jongeren in het perspectief van een duurzame én tolerante stedelijke samenleving. De inzet: een resultaatgerichte dialoog met lokale burgerinitiatieven van jong en oud. Het zou naïef zijn om te denken dat dit een garantie is dat branden in 2015 voorkomen worden. Maar het ergste wat ons kan overkomen is dat we achteraf moeten concluderen dat we het konden verwachten maar dat we niets hebben gedaan.

VVD/PVDA: modder niet voort!
Tot slot. We hebben ook een tip voor de coalitie VVD/PVDA. Modder niet voort met halfbakken akkoorden en het uitstellen van belangrijke beslissingen. Het gebrek aan een meerderheid in de eerste kamer en het afbrokkelen van het gezag in de samenleving, vragen om politieke innovaties, gepaard gaand met daadkracht. Breek het eigen coalitieakkoord open en neem partijen als D66 en GroenLinks op in het kabinet. Onderhandel met SP en het CDA of ze het nieuwe kabinet willen ondersteunen en tegen welke prijs. Richt het nieuwe coalitieakkoord op het oplossen van maatschappelijke problemen en niet op bestuurlijke 'gedoe' zoals het fuseren van provincies. Wacht niet op de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 want zonder een nieuw akkoord zullen de gevolgen voor het zittende kabinet desastreus zijn.

Giep Hagoort en John Huige zijn progressieve ondernemers op het gebied van duurzame innovatie, management en (publiek) leiderschap.


column Erik Uitenbogaard
20 februari 2013

Labels

Vandaag in de gevangenis gezeten. Mijn werk voor de Comissie van Toezicht staat altijd ver buiten de dagelijkse werkelijkheid. Niet alleen voor mijzelf maar ook voor veel mensen binnen de muren van de penitentiaire inrichting, zoals die officieel heet. Vanmiddag ging het tijdens de commissievgadering onder meer over onderzoek waaruit blijkt dat waarschijnlijk ongeveer 85% van de gedetineerden een psychiatrische stoornis had of heeft. Hoe gek moet je zijn om in aanraking met justitie te komen? Een probleem dat hiermee samenhangt is dat van een beperkt IQ. Sommige gedetineerden scoren een IQ van amper 70! Dat wordt algemeen als een lichte verstandelijke beperking gezien, een LVB. Een IQ van minder dan 70 wordt uitgedrukt in verschillende graden van krankzinnigheid.
De directeur van de inrichting, die bij onze vergadering altijd aanwezig is, had een treffend voorbeeld. Onlangs kwam een gedetineerde na het bezoekuur richting zijn eigen afdeling aangesjokt met een telefoon in z'n handen. Een medewerker zag de telefoon die tot een ernstige vorm van 'contrabande' wordt gerekend. Op de toon van oom agent vroeg hij de man wat hij daarmee van plan was. De gedetineerde keek hem laconiek aan en zij dat hij de telefoon zojuist van zijn broer gekregen had. De sanctie op het binnensmokkelen van een telefoon is minimaal 14 dagen strafcel. Dat is ook precies wat er gebeurde want niemand was op de hoogte van een verstandelijke beperking bij deze man. Pas toen het voorval de medische dienst ter oren kwam is na onderzoek een 'LVB' geconstateerd.
Het voorval toont aan dat we in onze samenleving wellicht soms veel van elkaar weten maar dat er evengoed veel te weinig van iemand bekend is in situaties waarin je het tegenovergestelde verwacht. Iemand met een lichte verstandelijke beperking kan zonder dat dit bekend is of zelfs maar wordt opgemerkt voor jaren achter de tralies verdwijnen.
De vraag is nu; is het wenselijk hier iets aan te doen, en als het antwoord ja is, hoe, wie en wanneer? Moet de politieagent op het politiebureau gaan screenen? Moet elke gedetineerde bij binnenkomst in de inrichting worden getest? Zijn we blij met een LVB-stempel? Kunnen we volstaan met een cursus voor inrichtingswerkers?
De directeur vindt het achteraf in elk geval zuur dat deze man bestraft is volgens de 'normale' regels, ongeacht of hij vastzit voor heling of wellicht z'n schoonmoeder heeft vermoord.

Erik Uitenbogaard is kernlid van ASOM en tevens werkzaam als zelstandig ondernemer in de creatieve industrie.


column Giep Hagoort
26 januari 2013

UPMOTIE VOOR OUDERE WERKNEMERS!

Er zit me iets flink dwars, en dat is het gesprek over 'demotie': het terugtreden van oudere werknemers uit hun (management)functies met als gevolg minder verantwoordelijkheden, aanzien, en salaris. Demotie staat tegen promotie: het innemen van een hogere functie met dito salaris, gepaard gaand met een hogere status en waardering in de eigen omgeving.
Als we demotie tegenover promotie plaatsen - zoals Paul Schnabel deed in zijn bijdrage in de NRC van12/13 januari 2013 - missen we de essentie van het hele verhaal: hoe de unieke ervaringen van de oudere medewerkers optimaal gebruiken, rekening houdend met leeftijd, gezondheid en ook met de strategische behoefte aan kennis en jong talent in het betrokken bedrijf. Mijn voorstel is om te komen tot 'upmotie' het aan oudere werknemers verschaffen van een unieke kennispositie in het bedrijf en daarbij een passend salaris overeenkomen met een basisbedrag en een toeslag die afhangt van de mate waarin de omgeving deze unieke positie waardeert. Zo'n ondernemerschap is niets nieuws als we kijken hoe buiten de muren van de onderneming ook oudere ZZP'ers een dergelijke attitude volop aan het ontwikkelen zijn. Niet het welhaast zeker lagere salaris is dan alleen het criterium op basis waarvan een andere positie wordt ingenomen (met verlies van status) maar het leveren van een unieke bijdrage aan de kennishuishouding van het bedrijf met bijbehorende salariëring. Niet omdat ontslag het alternatief is (voor demotie) maar omdat dat het de minst creatieve oplossing is en zeker niet matcht met de kenniseconomie die ons omringt.
Upmotie zal beginnen zo rond de 55 jaar, schat ik in, met aan de horizon (promotie)onderzoek aan universiteiten, vrijwillige detacheringen bij andere bedrijven, inhoudelijk leiderschap bij trainingen en bedrijfsseminars, en bovenal vraagbaak voor jongere collega's. Het wat stoffige begrip 'corporate university' kan door upmotie een meer dynamische betekenis krijgen. Bedrijven en oudere medewerkers die zich toeleggen op upmotie hebben afscheid genomen van de oude wereld van promotie#demotie en zijn daarentegen creatief, flexibel en toekomstgericht. En dat is wat we nu nodig hebben.

Giep Hagoort is dean van ASOM en tevens werkzaam als hoogleraar kunst en economie aan de Universiteit Utrecht / Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.


column Giep Hagoort en John Huige
26 september 2012

HET KAN ECHT ANDERS

Uit de bijzondere verkiezingsuitslag van 12 september worden door de media en velen met hen conclusies getrokken die vooral wijzen op de moeilijke en praktische compromissen die getrokken zouden moeten worden wanneer VVD en PvdA samen gaan regeren. De twee hoofdrolspelers, Rutte van de VVD en Samsom van de PvdA, hebben deze inschatting begrepen en zeggen echter eendrachtig vol vertrouwen te zijn. Op de standpunten over de zorg, de grootte van het staatsapparaat, de AOW, Europa en andere hoofdpunten uit de verkiezingsstrijd worden mogelijkerwijs formules losgelaten die moeten leiden tot (on)mogelijke en (on)vruchtbare samenwerking. Geen aandacht wordt echter gegeven aan de mogelijkheden om boven deze hoofdpunten uit te stijgen en na te gaan of er een gemeenschappelijke missie geformuleerd kan worden, waarin de centrale opvattingen over staat en markt van de twee partijen een plaats krijgen. Is het koudwatervrees om zo'n exercitie te ondernemen? Is men toch een beetje bang om als kemphanen uit elkaar te gaan? Wij zijn van mening dat deze angst onterecht is onder de voorwaarde dat een duurzame kwaliteit van de samenleving een gemeenschappelijke zorg is.

Een andere overheid
In algemene termen is de VVD voor een kleinere overheid en voor meer marktwerking. En in dezelfde algemene termen is de PvdA voor een grotere rol van de overheid op economie en sociaal beleid en voor minder marktwerking. In dit links-rechtsschema is ook geen aandacht voor de noodzaak de maatschappij (overheid én economie) in te richten voor een duurzame samenleving.
Het is juist in het gedachtengoed van de duurzaamheidsbeweging dat ook een richting te vinden is voor een gezamenlijke missie VVD en PvdA. Daarbij doelen we op het voorop plaatsen van een andere overheid en een andere economie.
Het andere in de overheid moet niet zozeer liggen in een kleine overheid of een grote overheid. Dat zijn lege ideologische statements. Een andere overheid geeft opnieuw inhoud aan het democratiebegrip en aan maatschappelijke sturingsmodellen. Dat kan door systematisch en permanent na te denken over mogelijkheden tot decentralisatie. In de Volkskrant van 18 september jl. geven de burgemeesters van de vier grote steden mogelijkheden aan om 'innovatief en duurzaam' uit de crisis te komen. Zij zien 'ruimte voor creatieve oplossingen teneinde meer rendement uit de publieke sector te halen'. Door de regie aan de gemeente, of in andere gevallen aan de regio te laten kan de uitvoering praktischer en het draagvlak (dichter bij huis) groter worden. Dat kan voorts door veel instellingen die geprivatiseerd zijn — we denken daarbij aan woningbouwcorporaties, zorginstellingen, zorgverzekeringen, openbaar vervoer, onderwijs en dergelijke — onder regionaal én democratisch toezicht te plaatsen door gebruikers grote invloed te geven op het beleid van de organisatie. Zo zijn de meeste van deze instellingen ook begonnen. In sommige gevallen kan dat ook betekenen dat de omvang van de betrokken instellingen weer opgebroken wordt tot een menselijke (regionale) maat.

Creatieve industrie en besluitvorming
Ook kan meer aandacht gegeven worden aan nieuwe mogelijkheden tot democratische besluitvorming. Niet alle dossiers (om maar eens deze bureaucratische term te gebruiken) hoeven via ingewikkelde planprocedures tot besluitvorming te komen. In veel gevallen kunnen de direct betrokkenen zelf de beste keuze bepalen en deze (binnen formeel democratische randvoorwaarden) oplossen en uitvoeren. In de creatieve industrie (van gaming tot architectuur en van theater tot media) is een enorme verandering gaande in het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen van nieuwe marktvormen en nieuwe samenwerkingsvormen; meestal gepaard gaande met transparantie en open source innovaties. Het gaat niet langer om bij vernieuwingen te werken met top-downplannen maar om het mobiliseren van kennis en creativiteit van onderop, zowel bij initiatie als bij uitvoering. Het ontwikkelen van duurzame agenda's die multifunctioneel zijn (gericht op bevorderen van duurzaamheid, veerkracht, draagvlak en innovatie) kan niet goed zonder brede samenwerking. Door nieuwe interactieve modellen te ontwikkelen kan tijd en geld bespaard worden en een brede samenwerking gerealiseerd.

Samenwerking
Het andere in de economie moet niet zozeer liggen in meer of minder markt. Ook ligt dat niet in meer of minder winst. Breed gedragen wordt de idee dat de economie van de toekomst een circulaire economie is. Dat is een economie waarin energie en grondstoffen steeds hergebruikt kunnen worden zonder aan kwaliteit in te boeten en waarbij we dus niet langer de aarde of ontwikkelingslanden verbruiken. Een circulaire economie is niet gericht op winstmaximalisatie maar op samenwerking. Een circulaire economie is een economie waarbij niet de productie voorop staat maar de op kwaliteit gerichte dienstverlening. Dichtbij huis en samenwerking zijn sleutelwoorden in zo'n economie. Regionale productie en dienstverlening leiden tot kortere, transparantere, minder vervoer vragende ketens en waardoor de veel geroemde consumentenvrijheid weer inhoud kan krijgen boven het vertrouwen op internationale ondernemingen. Een andere economie bevordert de regionale en individuele veerkracht. Daarbij gaat het erom dat mensen, ondernemingen, (overheids)organisaties ook overeind kunnen blijven in moeilijke overgangsperioden.

Een nieuwe regering die deze of vergelijkbare uitgangspunten tot haar motto maakt herstelt het vertrouwen in de politiek, geeft energie aan nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en mag rekenen op een stabiel draagvlak. En het is allemaal heel praktisch: veel burgers zijn al in hun eigen omgeving actief om aan dergelijke wezenlijke veranderingen vorm te geven. Wat wil een nieuw kabinet nog meer? Om je vingers erbij af te likken.

John Huige is lid van het Platform Duurzame Solidaire Economie en werkzaam als adviseur op het terrein van duurzaamheid en veerkracht. Giep Hagoort is dean van ASOM en tevens werkzaam als hoogleraar kunst en economie aan de Universiteit Utrecht / Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.


column Giep Hagoort
zomer 2012

Internoveren 3.0

In 2004 introduceerde de Amsterdam School of Management (ASOM) Internoveren. In het boek Internoveer! werd uitgewerkt op welke wijze succesvolle innovaties kunnen worden bereikt door interactiviteit. Onder interactiviteit verstaat ASOM het combineren van kennis van de werkvloer ('van onderop') met nieuwe academische kennis. In 2006 verscheen Stad zoekt Boer (red. John Huige) waarin verslag gedaan werd van het eerste internovatieprogramma. Vanwege het grootschalige karakter en het overstijgen van het micro (bedrijfs-)niveau kunnen we dit de start van het Internoveren 2.0 noemen. Anno 2012 is Internoveren 3.0 in zicht. De belangrijkste reden is dat aan Internoveren 2.0 in de versie 3.0 maatschappelijke doelen zijn verbonden met creatieve duurzaamheid als kernbegrip. Het gaat daarbij niet louter om het vernieuwen op zich maar om een maatschappelijk verantwoord innoveren in combinatie met het geven van een stem aan de werkvloer. Inmiddels werd in 2009 het ASOM-internovatieprogramma De FileProeftuin, gelanceerd dat als een belangrijke voorloper van Internoveren 3.0 kan worden gezien.
Bij internoveren zijn grote groepen burgers, klanten en deelnemers betrokken waarbij kunstenaars ingeschakeld worden om het creatieve klimaat te verstevigen. Daarmee onderscheidt internoveren zich van concepten als Het Nieuwe Werken en Sociale Innovatie die deze creatieve impulsen als regel niet in hun methodiek hebben opgenomen. De website van ASOM (www.asom.org) doet van al deze programm's verslag, rijkelijk voorzien van foto-impressies van rondetafels, denktanks, seminars en kennisfestivals.
Voor het komend seizoen 2012/2013 staan opnieuw belangrijke gebeurtenissen op de rol. Allereerst op 3 september de opening van het academisch jaar van de Cartesius University, een initiatief van het Cartesius Museum (www.cartesiusmuseum.nl). Dit nieuwe museum verenigt onder leiding van Erik Uitenbogaard alle belangwekkende vernieuwingsbewegingen in een stedelijke context. Dan de presentatie van het burgerinitiatief Randstad Holland waarin ASOM samen met de Concordis Groep interactief invulling gaat geven aan de Randstad met als ambitie een Europese innovatieve regio vestigen met burgers in een hoofdrol.
Ten slotte: de uitrol van de nieuwste internoveer-methode: de DialoguePlay. In de DialoguePlay verdiepen we de creatieve aanpak van de ASOM-rondetafels met methoden van theater (rolverdeling en script schrijven). De eerste DialoguePlay is inmiddels samen met jongeren met succes door ASOM getest en droeg als thema De Bewegende Stad.
Internoveren 3.0 blijft ook voor individuele bedrijven en maatschappelijke organisaties van belang: hoe breng je dilemma's van ondernemen en innoveren in beeld, welke scenario's kunnen daarbij gezamenlijk worden verbeeld en hoe implementeer je interactief de eerste stappen? Met ASOM experts kunnen deze vragen worden uitgediept in de richting van nieuwe, ondernemende praktijken.
Het is nog te vroeg voor het opnemen van het woord internoveren in de Dikke van Dale maar Internoveren 3.0 wortelt zich steeds meer in de interactieve vernieuwingspraktijk van alle dag.

Giep Hagoort, fouder-dean van ASOM


column Erik Uitenbogaard
26 februari 2012

CARTESIUS MUSEUM

Cogito ergo sum: Ik denk dus ik besta. Een uitspraak van filosoof en wiskundige René Descartes (1596-1650) die in Utrecht woonde in de tijd waarin de universiteit werd gesticht. Hij wordt gezien als de grondlegger van de moderne wijsbegeerte. Het Latijn voor Descartes is Cartesius en dat is de naam die Utrecht gebruikt heeft om een weg naar hem te noemen: de Cartesiusweg. Die weg loopt dwars door een industrieterrein. Het gebied wordt begrensd door de spoorlijnen naar Amsterdam en Den Haag en als driehoek ingesloten door het Amsterdam-Rijnkanaal. Het grootste deel van de vorige eeuw is het terrein benut om er in een reusachtig complex van gebouwen, havens, spoorrails en smederijen, bruggen te bouwen en machines voor schepen en treinen. Toen daar op die plek geen perspectief meer voor was zijn veel gebouwen en infrastructuur verdwenen om plaats te maken voor andere bedrijven met andere functies zoals stadsverwarming, gemeentereiniging, opslag en reparatie. Maar omdat het industrieterrein de littekens draagt van een ander bestaan, worden de nog resterende oude en soms volumineuze gebouwen dankzij de relatief lage huurkosten ook al jaren gebruikt door de creatieve en recreatieve industrie.
Al geruime tijd buigen gemeente en projectontwikkelaars zich over dit terrein om er planmatig orde te willen scheppen of op z'n minst een idee te hebben over hoe het verder moet. Daar is deze maand een nieuw initiatief aan toegevoegd: het CARTESIUS MUSEUM. Geen collectie waarvoor deuren moeten worden geopend en kaartjes verkocht, maar een museum voor stedelijke dynamiek en vernieuwende samenwerking. Een formule voor het samenbrengen van allerlei activiteiten en initiatieven in een groot samenwerkings-experiment, gericht op duurzame innovaties voor markt en samenleving. Het CARTESIUS MUSEUM brengt bedrijven, organisaties, kennis en cultuur samen in een open vorm van communicatie en kennisuitwisseling. De overwegingen voor dit - voor iedereen toegankelijk - experimenteel ondernemerschap op deze plek zijn behalve de schitterende centrale ligging in het huidige Utrecht ook praktisch. Want met Descartes in het achterhoofd: het bestaat, dus je gebruikt het.

Erik Uitenbogaard is initiatiefnemer van het CARTESIUS MUSEUM.
Voor meer informatie: cartesiusmuseum.org



column Giep Hagoort
11 februari 2012

Vertrek Ten Have bij AJAX: einde
van strategisch management oude stijl

Voetballand is in rep en roer nu ook een volledige raad van commissarissen bij topvoetbalclub AJAX aan het terugtreden is. Maar ook de wetenschap van strategisch veranderingsmanagement heeft een klap van de malle molen gehad. Dit komt allemaal door de president-commissaris van de raad, professor dr. S. ten Have, in het dagelijks leven hoogleraar in het genoemde vakgebied. Ten Have heeft mijns inziens laten zien recente ontwikkelingen op het gebied van strategisch veranderingsmanagement niet te hebben gevolgd. Zou hij daarvan weet hebben gehad dan had geen besluitvorming rond aspirant directeur Van Gaal zonder de hoofdrolspeler Cruijff - ook lid van de raad - plaatsgevonden. Op een klassieke wijze heeft de raad minus Cruijff een principe-beslissing genomen die een zuiver politiek belang had: het wijzigen van de machtsverhoudingen binnen de top van Ajax. Klassiek want denkend dat de raad minus Cruijf de formele positie zou hebben om deze machtsverhoudingen naar zijn hand te zetten. Kon zo'n top-down besluit 10 jaar geleden nog geleerd worden, de theorie gaat nu veel meer uit naar analyse van interactieve en hybride verhoudingen waarbinnen het een kunst en een kunde is strategisch te jongleren én te besturen. En door toedoen van social media met een snelheid die 10 jaar geleden nog nauwelijks een rol speelde. Politieke spelletjes zijn in de huidige situatie altijd contraproductief. Daarentegen is steeds meer een waarden-georienteerd strategisch management op de voorgrond getreden. Denk aan issues rond duurzaamheid maar ook aan de biografie over Steve Jobs die door zijn radicale innovaties vooral de mensheid nieuwe ervaringen wilde laten opdoen. Voor AJAX ligt het voor de hand om de waarden vooral aan het voetbal zelf te ontlenen. Een raad van commissarissen zal dan in het concrete geval werken aan een monument voor Cruijff, zijn ideeën zo goed mogelijk faciliteren en de liefde voor het voetbal binnen alle hoeken van de Arena tot gelding maken. Natuurlijk wil zo'n monument niet zitting nemen in een vergaderorgaan dat de raad vaak ook is. Zo'n behandeling van Cruijff komt overeen met de sterk opkomende waardering voor professionals binnen het strategisch management. Soms valt dat samen met het zijn van CEO maar dat is vooral een Amerikaanse benadering. In de nieuwe Europese ondernemingen zijn het de innovatiehelden, creatieve teams en zelfstandige denkers die een hoofdrol vervullen. Jammer dat professor Ten Have met name deze twee recente ontwikkelingen in zijn vakgebied - interactieve hybriditeit en excellente professionaliteit - niet heeft kunnen verzilveren. Hij had school kunnen maken terwijl hij nu symbool is geworden van een topdopwn strategisch management oude stijl dat op sterven na dood is.

Giep Hagoort
hoogleraar kunst en economie aan Universiteit Utrecht en Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.



column John Huige
15 januari 2012

Hoe nieuw wordt de nieuwe vakbeweging?

Vakbonden behartigen belangen van leden. Daar zijn ze behoorlijk goed in. Uitgaande van de ‘moderne’ vakbeweging is er tenslotte al een ervaring van ruim 100 jaar. Ledenbelangen worden echter steeds complexer. Het gaat niet meer om een brede solidariteit van de arbeiders. Vergaande individualisering, sterk veranderde arbeidsorganisaties, mondialisering, grote urgentie om de onduurzaamheid aan te pakken en een neoliberale overheidspolitiek hebben die 'natuurlijke' solidariteit veranderd in een sterk persoonlijke invulling van het werk en de werkomstandigheden. De zelfstandige werknemer, de Zzp-er, is hiervan de personificatie.
Belangrijk is de vraag of de nieuwe vakbeweging zichzelf ook in die mate zal weten te vernieuwen dat men kan loskomen van 'oude vormen en gedachten'. De vakbeweging is immers een organisatie die goed gekarakteriseerd kan worden als een zelfreferentieel systeem. Dat is een systeem dat vooral handelt vanuit het eigen perspectief en vanuit de zelf gepercipieerde werkelijkheid. Dat maakt dat externe signalen maar heel moeilijk binnendringen. Wie bijvoorbeeld de maatschappij ziet en definieert als een belangensysteem zal immers ook een belangensysteem waarnemen. Dat maakt het moeilijk om de veranderde maatschappelijke omstandigheden in de nieuwe vakbondsagenda op te nemen. Want het opstellen van een agenda (voor het centrale niveau, lokaal, nationaal en internationaal) behoort tot een van de vijf gezamenlijke doelen (bron: fnv.nl).
Een vakbeweging die een agenda wil opstellen voor de komende 10 tot 20 jaar moet nogal wat hobbels overwinnen. Die hobbels hebben (ook) de maken met het genoemde systeemkarakter van de vakbeweging. Het gaat om de huidige populatie die relatief ouder is en die vergaand moet verjongen en diversifiëren. Verjonging van de organisatiebasis per beroep en per sector zal een creatieve aanpak vergen. Het speelveld is sterk aan verandering onderhevig. Het verwerven van een draagvlak voor een vernieuwingsagenda is dan ook een moeilijk te plaveien straatje.
Het ontsnappen aan de systeemkenmerken (hoezo helemaal anders; hebben we het dan altijd fout gedaan?) is een voorwaarde voor echte vernieuwing. De jongeren komen niet naar een opgeleukte oude club. Daarvoor moet iets echt nieuws neergezet worden. Het opnieuw formuleren van de agenda van een nieuwe vakbeweging is daarvoor een belangrijk vertrekpunt.

Bij wijze van aanzet een paar agendapunten die in de oude vakbeweging nauwelijks aan de orde kwamen, maar die wel beslissend zijn voor de toekomstige samenleving:

Er is een opvatting nodig over hoe een 'goede' samenleving eruit moet zien. Zo een goed verhaal heeft in de woorden van de Belgische socioloog Elchardus drie ingrediënten: Het moet rechtstreeks de zorgen, verzuchtingen en belangen van de mensen raken. Het moet aangeven waarom het realiseren van die verzuchtingen en belangen een goede stap is in de richting van een goede en rechtvaardige samenleving voor iedereen. Het verduidelijkt ten derde, hoe die stap concreet gezet kan/zal worden.

Economische groei is op lange termijn is niet meer houdbaar. De aarde gaat hard achteruit. Stoppen met materieel groeien moet bespreekbaar en hanteerbaar worden gemaakt. Zowel voor de inzet van de belangenbehartiging als voor de bredere maatschappelijke ambitie van de nieuwe vakbeweging een heel grote opgave.

Voor de economische agenda op korte termijn betekent dat het krimpscenario van Rutte c.s. bestreden kan worden met duurzame impulsen voor economie en werkgelegenheid (duurzame energie levert aanzienlijk meer werkgelegenheid op dan atoom- en kolencentrales).

Voor de langere termijn is een inkomensbeleid gewenst dat (sociale) zekerheden biedt. De afgelopen neoliberale jaren laten een flinke groei van de inkomensongelijkheid zien. Wil een draagvlak mogelijk zijn voor een duurzaamheidstransitie dan is zekerheid van inkomen (met minder ongelijkheid) en werk (inclusief scholing) een voorwaarde. Daar hoort overigens ook een opvatting bij over een noodzakelijke mondiale herverdeling.

Een nieuwe vakbeweging die '‘wil bouwen van onderop' kan een drijvende kracht worden bij de regionalisering van de economie. Regio's hebben de schaalgrootte en het vermogen om in termen van creativiteit, innovatie, duurzaamheid en betrokkenheid een belangrijke rol te spelen in de transitie naar een duurzame en solidaire economie.

Een nieuwe vakbeweging die zich baseert op zulke uitgangspunten kan ontsnappen aan de oude systeemdwang, kan zeker rekenen op veel geïnteresseerde jongeren en nieuwe groepen en kan met recht weer een beweging genoemd worden. Ik doe daar graag aan mee.

John Huige is politiek econoom en was medewerker en kaderlid bij de vakbeweging. Hij is momenteel betrokken bij het Platform voor een duurzame en solidaire economie.


column Giep Hagoort
3 januari 2012

Alternatieven in 2012

De huidige neoliberale crisis vormt een buitengewone uitdaging om aan alternatieve oplossingen te werken. We kunnen kritiek hebben op de individuele, materialistische wijze waarop we in het westen op neoliberale wijze ons economisch productie- en consumptiesysteem hebben ingericht, maar dat is slechts het halve verhaal.
Daadwerkelijk onze creativiteit aanwenden om de wereld meer duurzaam te maken, in de stad leefbaarheid te stimuleren en de eigen buurt een voorbeeld te laten zijn van verdraagzaamheid en zelfredzaamheid, is de tweede helft van het verhaal. Gelukkig hoeven we niet te blijven steken in vaagheden over hoe het anders kan want talloze burgers zijn al heel actief. Werkers aan Transition Towns laten zien hoe de eigen stad kan veranderen in een energie- en woonvriendelijke omgeving. Buurtbewoners die hun vrije tijd besteden aan het verbouwen van eigen groente in tuintjes, op plaatsjes en/of het balkon, geven invulling aan de nieuwe stadslandbouw. Actieve vrijwilligers die concrete dorps- en wijkinitiatieven ontwikkelen om ook in sociale zin duurzaam samen te wonen. Dus geen hetze tegen mensen die hun eigen leven willen leiden of nieuwe Nederlander zijn.
De opgave voor 2012 is om het hele verhaal — kritiek op de neoliberale leefwijze combineren met creatieve alternatieven — ook een strategisch perspectief te geven. Ik bedoel daarmee dat talloze, lokale alternatieven verbonden moeten worden met nationale, Europese en mondiale bewegingen die duurzame systeemwijzigingen nastreven. Bijvoorbeeld door opvallende boegbeelden en woordvoerders uit te nodigen bij regionale bijeenkomsten waar gezamenlijk de nieuwe ervaringen en inzichten worden gedeeld. Die bijeenkomsten moeten 'de Alternatieven' dan wel organiseren. En dan gaat het niet om politieke bijeenkomsten die passen in een links-rechtsschema. Dat is allemaal oude politiek waarvan de weg doodlopend is gebleken.


column Erik Uitenbogaard
12 december 2011

Awakening, de betekenis van creativiteit

De Bekentenissen van Rousseau steelt elke vrije minuut die ik sinds enkele weken kan vinden. Al een jaar of tien heeft een aantal filosofische denkers uit verschillende perioden mij flink te pakken en meen ik vast te stellen dat de samenleving om mij heen vergeleken kan worden met iemand in een overdreven wakkerheid of zelfs hyperventilatie. Daar is een goede verklaring voor. Sinds het verlichtingsdenken is zo langzamerhand wel bij iedereen het licht aangegaan en toch waren nog maar weinigen daadwerkelijk uit bed gekomen. Nu, na driehonderd jaar zijn we massaal aan het ontwaken en stellen we ons de vraag wat we moeten doen met onze vrijheid. We worden hier bovendien toe gedwongen in het besef dat onze traagheid schade geeft en dat al dat licht niet vanzelf blijft branden.
We wrijven dus massaal de laatste slaap uit de ogen. Markt en samenleving zoeken een uitweg om los te komen van industrialisatie, maximalisering, ongeremde groei en individueel belang. Maar de dynamiek van die transitie lijkt allesomvattend en weerbarstig. Wat geeft de moderne burger houvast? Wat zijn de duurzame opties voor markt en samenleving? Hoe richten we dit in en vooral: hoe bepalen we de betekenis van ons handelen? Wat zijn de kenmerken van een wenselijke transitie?
Wellicht de belangrijkste transitie moet plaatsvinden in ons vermogen om intuïtief te kunnen denken en handelen. In populaire termen een betere balans tussen de rechter en linker hersenhelft. De Brits-Amerikaanse hoogleraar (kunst)onderwijs Ken Robinson, internationaal gerespecteerd adviseur, schrijft hierover 'Onze beste hoop voor de toekomst is de ontwikkeling van een nieuw paradigma van menselijke capaciteit, dat op maat gesneden is voor een nieuw tijdperk van het menselijk bestaan. [...] We moeten omgevingen scheppen — op onze scholen, op werkplekken en in banen — waar iedere persoon wordt geïnspireerd om creatief te groeien.'
Professionals in de creatieve disciplines delen als eigenschap dat hun intuïtie deel uit maakt van hun professioneel repertoire. Zij denken en handelen vanuit een voor hun werk noodzakelijke balans tussen redenatie en intuïtie. Daarmee hebben creatief professionals potentieel een voorsprong als het gaat om betekenisgeving op zowel praktisch als op intellectueel niveau. Dit vermogen wordt echter nog onvoldoende herkend, niet in de laatste plaats door de creatief professionals zelf.
De creatief professional staat in het brandpunt van oplossingsgerichte veranderingen. Ik werk nu geruime tijd aan een samenwerking tussen de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en partijen uit het bedrijfsleven, overheid en maatschappelijke organisaties zoals de gezondheidszorg. De ambitie is innovatieve samenwerking te realiseren waarin creatief professionals ondernemend participeren in onderzoek en ontwikkeling om kennis in nieuwe betekenissen en nieuwe perspectieven te kunnen plaatsen voor toepassingen in markt en samenleving. Het enthousiasme van alle bevraagde partijen om deel te nemen aan die samenwerking is zeer hoopgevend. En ik zie de huidige economische turbulentie en de regionale perspectieven (Utrecht Culturele hoofdstad 2018) als een buitengewoon geschikte voedingsbodem om betekenisvolle successen te boeken. Het is een uitdaging die alleen kan slagen als elke uitsluiting wordt opgeheven en we open staan voor achterliggende bedoelingen en consequenties. Een wakkere co-creatie, gericht op een balans tussen ratio en intuïtie.


column John Huige
29 november 2011

Een alternatief voor het manisch groeien

Op 15 november 2011 presenteerden Lou Keune en ik ons nieuwe boek(je) over een duurzame en solidaire economie(1). Het boek werd met lovend commentaar in ontvangst genomen door de fractievoorzitters in de Tweede Kamer van Christen Unie, Groen Links, SP en PvdA(2). Het boek: Plan voor een duurzame en solidaire economie (DSE) beschrijft hoe het neoliberale groeimodel zijn grens bereikt heeft. De manier waarop we onze welvaart meten is achterhaald. De urgentie om een einde te maken aan de koolstofeconomie wordt met de dag groter. Nederland is koploper in de achteruitgang van de biodiversiteit en behoort tot de grootverdieners aan de relaties met het Zuiden. In dit boek wordt de kritiek op de gangbare economie verwoord. Ook wordt de urgentie geschetst om tot echte veranderingen te komen. Die veranderingen vormen een transitie naar een nieuwe economie.
In mijn deel van de presentatie legde ik nadruk op de noodzaak een einde te maken aan het manische streven naar steeds weer en meer economische groei. Daarbij bracht ik o.m. het volgende naar voren: "In ons boek besteden we ruim aandacht aan het feit dat economische groei een oplossing lijkt te zijn voor alle maatschappelijke kwalen (financiële crisis, werkgelegenheid, pensioenvraagstuk, en noem maar op). In elk artikel en elke uitzending over oplossingen voor de economische crisis wordt groei meerdere malen genoemd. Alle actoren in het maatschappelijke veld hebben belang bij groei: politiek (groei = verkiezingswinst = leuke maatregelen voor de mensen); vakbeweging (groei = ruimte voor loonsverhoging = meer leden); bedrijven (groei = beter presteren dan de concurrentie = meer winst = meer bonus). Groei is geen oplossing. Groei is van een win — win-situatie (meer welvaart en een concurrerende economie) gekomen in een lose - lose-situatie (snelle uitputting van vitale wereldsystemen en steeds meer ongelijkheid). Groei kan in het licht van duurzaamheid niet meer!"
In hun reactie reageerden de fractievoorzitters niet op dit punt. Wel onderstreepten zij het belang van het Platform. De ChristenUnie heeft een nauwe band met Platform DSE, en heeft zowel in de tweede als de eerste kamer met succes een motie ingediend waarin de regering gevraagd werd om de voorstellen van Platform DSE zoals toen vervat in de Verklaring van Tilburg, te steunen. Ook Jolande Sap onderschreef de idee dat we in een diepe systeemcrisis zijn gekomen en noemde het werk van het Platform zeer nuttig. Sharon Dijksma zei dat gelukkig steeds meer mensen inzien dat collectieve welvaart belangrijker is dan individuele welvaart en stemde in met de noodzaak tot linkse samenwerking. Emile Roemer vond dat we dit boekje net zo goed op een van de occupy-pleinen kunnen presenteren. Het beleid is nu gericht op het geluk van de 1 procent. Dat is volgens Roemer schandalig.
Ik ben ervan overtuigd dat deze (systeem)crisis niet op te lossen is als niet ook de politieke partijen (en met hun de vakbeweging en ondernemers) tot de overtuiging komen dat groei vervangen moet worden in maatschappelijke investeringen in duurzame energie, in duurzame sociale relaties, in het algemeen in een dematerialisatie van de samenleving. Dat vergt een nieuwe manier van kijken. In diverse projecten die ik het achterliggende jaar voor bijvoorbeeld ASOM en HKU uitvoerde bleek steeds dat creativiteit en de werkers in de creatieve industrie een belangrijke rol kunnen vervullen in deze andere manier van kijken.

Noot (1): Zie www.economischegroei.net voor een uitgebreid verslag van de presentatie in Nieuwspoort. Op deze site ook info over bestelmogelijkheid. Noot (2): Voor de laatste was Sharon Dijksma plaatsvervanger omdat Job Cohen voor een onverwacht bezoek naar Berlijn moest.


column Giep Hagoort
22 november 2011

Stem van de reiziger onvoldoende gehoord

Onderzoek van Luc Veeger (ASOM FileProeftuin) toont aan dat de stem van de reiziger in 15 mobiliteitsregio's Slim Werken Slim Reizen niet wordt gehoord. De regio Maastricht vormt daarop een uitzondering.

Luc Veeger, verkeersspycholoog en lid van het ASOM-team FileProeftuin, heeft onderzoek gedaan naar de mate waarin mobiliteitsregio's de directe dialoog hanteren om een stem te geven aan de reiziger. Door een dialoog met de reizigers ontstaat de mogelijkheid om maatregelen direct van commentaar te voorzien en te verbeteren. De lokale kennis van reizigers omtrent autogebruik, openbaar vervoer, fietsgebruik en Het Nieuwe Werken kan daartoe aangewend worden zodat de effectiviteit van het beleid toeneemt.
Het onderzoek toont aan dat in de 15 onderzochte mobiliteitsregio's de directe dialoog met de reizigers nog nauwelijks van de grond is gekomen. In slechts één regio, Maastricht, is sprake van een permanente dialoog waardoor reizigers direct invloed kunnen uitoefenen op het mobiliteitsbeleid. De minister is verantwoordelijk voor de financiering van de 15 regio's.
Inmiddels heeft de dialoog in Maastricht met steun van ASOM vorm gekregen in een filedenktank waarin reizigers adviseren over het gebruik van de website Maastricht-Bereikbaar, het autogebruik tijdens evenementen, het gebruik van de fiets en de mogelijkheden van een mobiliteitskaart. De ervaring leert dat door een dergelijke dialoog met de reizigers de kwaliteit van beleid en aanpak wordt verbeterd. Bij deze danktank zijn ook kunstenaars betrokken om de creativiteit in de advisering te versterken.
Het onderzoek pleit voor de urgentie om per regio de dialoog met de reizigers aan te gaan. Per regio moet dan wel duidelijk worden wie verantwoordelijk is voor de communicatie met de reizigers. Het onderzoek laat zien dat niet duidelijk is wie die verantwoordelijkheid nu heeft.
De oproep om de reiziger een stem te geven in het mobiliteitsbeleid is al eerder dit jaar gedaan door de toenmalige Raad voor Verkeer en Waterstaat. Daarbij moet vooral aandacht besteed worden aan gedrag en motieven van de weggebruiker. Het onderzoek van Luc Veeger, is het eerste regionale onderzoek over deze oproep.
Tijdens een Spitsseminar dat ASOM met p2managers heeft georganiseerd brachten enkele mobiliteitsmanagers naar voren niet direct in te zien welke voordelen een dialoog met de reizigers zou brengen. Hier hebben deze managers een punt want je kunt niet zeggen dat door een dialoog het autogebruik met 10% is afgenomen. De kracht van een dialoog ligt in het verbeteren van de communicatie met de reiziger. Via een interactieve dialoog kunnen kennis en ervaringen aangewend worden om het mobiliteitsbeleid aan te scherpen. Het bewijs is te lezen in de verslagen van de rondetafels die ASOM en Maastricht Bereikbaar gezamenlijk gehouden hebben. Kijk op de website maastrichtbereikbaar om kennis te nemen van de verslagen van de tafels. Het onderzoekverslag van Luc Veeger kan bij de rubriek publicaties geraadpleegd worden.


column Giep Hagoort en John Huige
11 juni, 2011

Wederopbouw Van Onderop 2015-2020

De leden van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) — voornamelijk lokale bestuurders — hebben massaal het principe-accoord met het kabinet Rutte afgewezen. De stemming op het VNG congres laat een opstand van deze bestuurders zien. Het gedoogkabinet van CDA, VVD, PPV en zijdelings SGP roept bij brede groepen antipathie op maar heeft eind mei van dit jaar wel een gedoogmeerderheid in de Eerste Kamer behaald. We kunnen er zeker van zijn dat dát beeld, het beeld van antipathie én steun, ook de komende jaren de politieke arena zal beheersen. De antipathie uit zich in protesten tegen bezuinigingen op de gebieden cultuur, sociaal, onderwijs, natuur en overheid, en tegen de gretige wijze waarop CDA en VVD twee conservatieve partijen als PPV en SGP hebben omarmd.
Ons lijkt niettemin dat strategieën die gericht zijn op een mogelijk snelle val van het kabinet niet realistisch zijn. De oppositie maakt vooralsnog veel kabaal maar kan door de ‘De helft plus 1-doctrine’ niets uitrichten. Dit klemt temeer nu de grootste oppositiepartij, de PvdA, landelijk niet tot de verbeelding spreekt. Er worden geen creatieve alternatieven uitgedacht en er wordt niets gedaan om het contact met verloren kiezers te herstellen. Er wordt onvoldoende energie gestopt in oppositionele samenwerking. Pas na een helder verhaal van de oppositie-partijen waarin kiezers zich kunnen herkennen komt er weer een rol voor deze partijen.
Er is ruimte voor een andere strategie die wel rekening houdt met het politieke klimaat én sociale perspectieven biedt voor de periode ná het gedoogkabinet (2015-2019). Zo'n strategie heeft de volgende kenmerken. De belangrijkste is de van onderop-aanpak. Binnen allerlei sectoren zal men een innovatieve aanpak moeten ontwikkelen om zowel de bezuinigingen te weerstaan als de burgers de steun geven om zelf richting te geven aan hun maatschappelijk leven en welzijn. Het zullen de gemeenten (en de provincies) zijn — de bestuurders, de ambtenaren- en de vele burgerinitiatieven — die invulling moeten geven aan zo'n alternatieve strategie. En wat dan ook heel belangrijk is dat de voorlopers in deze groep de verantwoordelijkheid nemen om de ervaringen collectief te maken. Daartoe is echter de politiek georiënteerde VNG ondanks het massale ‘Njet’ niet het meest toegeruste platform.
Wij denken dat sterk regionaal gerichte Kennislaboratoria (Kennislabs) een beter tehuis zijn waar innovatieve bestuurders hun aanpak en resultaten voorleggen aan een breed publiek van gewone kiezers. Voor zo'n laboratorium worden burgers niet om reden van inspraak uitgenodigd maar omdat zij dragers zijn van unieke lokale kennis. Kennis die te lang buiten schot is gebleven in de huidige top-down-beleidsprocessen. In zo'n interactieve arena gericht op transities (diepgaande structuurveranderingen) is nadrukkelijk ook plaats voor maatschappelijke organisaties en burgerinitiatieven. Met behulp van Internet en sociale media kunnen veel burgers, van jong tot oud, aan deze co-creatie van kennis bijdragen. Deze collectief gevormde ervaringen zijn van belang om aan de politiek na het gedoogkabinet concrete vorm te geven. Zo'n wederopbouwprogramma Van Onderop voor de periode na het kabinet Rutte (2015-2020) zou zich naar ons idee kunnen richten op vijf urgente transities: regionalisering economie, duurzame steden, kunst & cultuur, natuur & milieu en Europa (in de vorm ook van grensoverschrijdende regio's en samenwerkingsprojecten). Op al deze gebieden zullen de komende tijd de spanningen sterk toenemen en het is uiterst nuttig om de lokale kennis de basis te laten vormen van het landelijk alternatief. Regeren is vooruitzien. Maar dan wel van onderop.


column Giep Hagoort
22 december, 2010

Wat Wilders kan leren van de culturele sector

Soms is het nuttig om wat afstand te nemen van politieke analyses en met totaal andere brillen te kijken naar de organisatie van de PVV. Vanuit mijn vakdiscipline Kunst en Economie is dat zeker mogelijk. In de kunst gaat het om oordelen van artistieke leiders. Welke culturele koers zetten zij uit en wie kan daarin een bijdrage leveren? Is eenmaal een artistieke beslissing genomen dan schept de artistiek leider een team om zich heen die de artistieke droom verder invult en concretiseert. Onmiskenbaar heeft Wilders trekken van een artistiek leider: een duidelijke missie, een herkenbaar woordvoerderschap en een bepaler van de agenda. Maar dan gaat het mis want met het uitkiezen van het team heeft hij grote fouten gemaakt. Maar Wilders had toch een goed excuus dat hij geen tijd en geld had om te selecteren? Een artistiek leider zegt nooit dat hij of zij geen tijd en geld heeft gehad. De altijd aanwezige beperkingen in geld en tijd vormen een wezenlijk onderdeel van het professionele proces. Hier kan Wilders nog heel wat leren van de door hem zo verfoeide culturele sector. En dan de economie toegespitst op ondernemerschap. Wilders verkeert met zijn PVV in een pioniersfase. Dit betekent dat na het vormgeven van het idee de structurering van de organisatie de aandacht vraagt. Simpel gezegd: wie doe wat om het idee te realiseren en van continuïteit te voorzien. Bij de structurering van zijn politiek ondernemerschap is het echter ook fout gegaan. De ondernemer die - zoals Wilders dit praktiseert – alle beslissingen in eigen hand wil houden zal daarin alleen slagen als de organisatie erg klein blijft. Met een fractie van meer dan 20 leden met bijbehorende medewerkers en vrijwilligers moet de ondernemer zijn kwaliteit tonen door te delegeren en vertrouwen te geven aan de uitvoerenden. Het kan best zijn dat gezien de personele problemen de ondernemer niet kan delegeren of het vertrouwen niet kan schenken (door gebrek aan kwaliteit in zijn omgeving). In dat geval implodeert de organisatie als vanzelf omdat een organisatieperspectief ontbreekt. Jammer voor de 1.3 miljoen PPV-kiezers, spijtig voor de gedoogpartners VVD en CDA maar op afstand bekeken redelijk voorspelbaar.

Giep Hagoort is hoogleraar kunst en economie in Utrecht en
dean van de Amsterdam School of Management.


column
zomer, 2010

Gedogen

Ze verachten je maar schudden vrolijk toch je hand.
Niets, niets in dit verpulverd land
laat ze meer walgen dan van jouw bleke, uitgestoken hand.
Mijn volk, zeg je. Ja je morrend volk
heelt in jou zijn onvermogen.
(Het ontevreden deel dat god verruilde voor het gebleekte schuim.)

Ze verachten je, je weet het, je voelt het.
De prijs is hoog, zeggen ze, maar alles heeft zijn waarde.
De macht is hen te lief en zo eiste jij jouw deel.
En jij? Je bent tevreden, althans voor het moment van het heden.
En jij behoudt het vrije woord, al is het gif.
Nooit heb je je mond daartoe het zwijgen voorgeschreven.

Je richtte je besmette pijlen op het vreemde volk,
trefzeker en met vast hand (weer die hand).
Je woonde in hun buurt, je zette daar je eerste vlag.
Achter de deur, het venster of de poort moet het geboren zijn:
die haat, die gemakkelijke haat die alom alle angst verenigt
en dierbaren van je vervreemdt.

Je kijkt naar je handen, ze zijn zo glad en bleek.
Je beweegt ze langzaam maar het lukt je niet ze te doen verenigen.
Zij die je verachten kunnen bidden en vouwen zo hun handen
tot een eenheid: twee handen ineen.
Je probeert het opnieuw en opnieuw
maar zelfs met gesloten ogen blijft die eenheid uit.

Wat rest is het getrommel van je vingers van je linkerhand
op de vingers van je rechterhand.
Het geeft ritme aan de groei van je eenzame gedachte:
niet ik gedoog maar zij die mij verachten; zij gedogen mij!
En voor het eerst zwijgt de geest waar de mond gewoon is te spreken.

En dan komen op dat zwaar bewaakte, maar o zo eenzame bed de twijfels.
Het morrend volk wil meer dan gedogen en eist nu zijn deel.
De Vreemden, ja de Vreemden zullen het opnieuw moeten ontgelden.
En in de donkerte van de nacht wanneer de bewakers slapen
pak jij met beide handen de pijlen en slijp ze tot de ochtend komt.

Peig Troogah

Watou, zomer 2010


column Giep Hagoort
17 juni, 2010

Informateur Rosenthal maakt beginnersfout

Les 1 bij het onderhandelen in situaties die zeer complex zijn — en het huidige informatieproces is zo’n situatie — is dat je beslist niet met de inhoud moet beginnen. Die inhoud dwingt partijen posities in te nemen die voor de ander of voor anderen redenen kunnen zijn om af te haken. Alle aandacht, zeker die van de informateur, moet dan uitgaan naar de proceskanten. De gesprekken gaan dan over de manieren waarop gecommuniceerd moet worden, hoe partijen zullen omgaan met heikele punten en bovenal hoe partijen zich zullen gedragen, aan de onderhandelingstafel en ver daarbuiten. Zouden alle betrokken partijen inhoudelijk zich in dezelfde richting begeven dan is zo'n procesbenadering wel nuttig maar krijgt het slechts een bescheiden rol. Maar van zo'n richting is hier geen sprake. Wat de onderhandelingen complex maakt is dat partijen beelden van elkaar hebben opgeroepen die tot grote hindernissen kunnen uitgroeien. De afgelopen dagen is de positie van het CDA nog het meest consistent geweest: ‘als verliezer nemen we een bescheiden plaats in, eerst moeten de winnaars VVD en PVV maar laten zien dat het hun ernst is.’ luidde het credo. Dat is een procesbenadering pur sang en heeft ook goed gewerkt.
Feitelijk zit het allergrootste probleem bij de aanpak van informateur Uri Rosenthal. Al in een zeer vroeg stadium heeft hij de twee partijen via hun voorlieden bij elkaar gezet. De verkennende gesprekken leiden tot een centrale eis: het CDA moet meedoen terwijl juist het CDA — zie boven — niet in de positie wilde verkeren als verliezer bij overwinnaars te zijn. Deze snelheid heeft het onmogelijk gemaakt om samen met de belangrijkste actor, Mark Rutte van de VVD, de procesmatige aanpak van de formatie goed uit te werken om vervolgens een context te scheppen voor de inhoudelijke keuzes. Wat lag zoal op tafel aan uitdagingen rond het proces? Heel duidelijk werd dat in het proces Wilders van de PVV verschillende bijstellingen moet plegen om als een acceptabele formatiepartner over te komen. Hijzelf was al ongevraagd begonnen met de het schrappen van het AOW-breekpunt van 65 jaar. En dan zit er meer in het vat! De informateur kan dan met Rutte afspreken op welke momenten nieuwe breekpunten bij het oud vuil kunnen worden gezet en hoe gesproken moet worden over de prijs die daarvoor moet worden betaald. Op dat moment is de positie van het CDA van belang: niet aan de tafel zelf maar in tweegesprekken met de informateur. Onderwijl kan Wilders zich uitgenodigd weten maar van een aanschuiven kan van de eerste dagen nog geen sprake zijn. Immers de informateur en Rutte hebben nog het nodige huiswerk te doen. Dat de informateur zich liet verleiden tot deze snelheid mag hem ook ernstig worden aangerekend. Met de datum van 1 juli, de datum waarop Rutte een kabinet wil presenteren, heeft hij niets te maken. Aan het begin van het proces zou hij dat punt autonoom en glashelder de verzamelde media moeten meedelen. Zo'n procesnederlaag voor Rutte zou het CDA zeker iets milder kunnen stemmen. Inderdaad het is allemaal complex maar van een crisisprofessor had ik meer kwaliteit verwacht.
Dit alles betekent niet dat ik persoonlijk een voorstander ben van een kabinet waarin de PVV een dominante rol speelt. Dit heeft simpel te maken met het feit dat in Nederland op dit moment een inhoudelijke polarisatie op rechts vanuit de PVV zal kunnen leiden tot confrontaties tussen groepen die zich aan de onderkant van de samenleving bevinden, zonder ideologische diepgang en zonder een fatsoenlijke consensus over de wijze waarop men elkaar in de haren vliegt. Maar dit is inhoudelijk. Eerst moet er een helder proces komen dat een gesprek over deze en andere opvattingen mogelijk maakt.

Giep Hagoort is hoogleraar kunst en economie in Utrecht en
dean van de Amsterdam School of Management.


column Giep Hagoort
13 juni, 2010

Advies aan informateur Rosenthal: gebruik de
Ont-poldertest


De Nederlandse kiezer heeft het politieke landschap flink opgeschud. Winnaars én verliezers zitten in allerlei hoeken en gaten al lijkt de christelijke politiek als zodanig op achterstand te zijn gezet. De politici zijn de vertrouwde routines naar links en naar rechts kwijt en moeten op zoek naar nieuwe coalities. De grootste overwinnaar Rutte (VVD) sprak van een complexe situatie en is bang dat het formatieproces niet voor de door hem zelf genoemde datum van 1 juli kan worden afgerond. De tweede grote overwinnaar Wilders (PVV) realiseerde zich dat van zijn kant een stap richting Rutte gedaan moest worden. Hij offerde binnen 12 uur zijn breekpunt rond de AOW-leeftijd van 65 jaar.

Geheel in de lijn der verwachtingen is de VVD-senator Uri Rosenthal benoemd tot informateur. Deze gerenommeerde onderzoeker van crises mag nu de eerste mogelijkheden van een werkbare coalitie ‘VVD-PVV plus’ verkennen. Inderdaad geen gemakkelijke opdracht. De informateur zou er goed aan doen niet direct inhoudelijk de zaak aan te pakken maar prioriteit te geven aan het ont-polderen van het politieke formatielandschap. De inhoudelijke thema’s zijn overbekend — economie, bezuinigen, integratie, veiligheid, onderwijs — en kunnen gaandeweg tot een stroperig overleg leiden met veel gepraat maar met weinig daden. Dit traditionele gepolder zal vele kiezers teleurgesteld — opnieuw of voor het eerst — doen afkeren van het politieke proces.

Het ont-polderen daarentegen — met als kern dialoog én daadkracht — kan het politieke proces van een nieuwe vitaliteit voorzien met als resultaat onverwachte maar duurzame coalities, heldere politieke afspraken en een hernieuwde belangstelling voor de democratie. De vraag daarbij is wat het ont-polderen concreet inhoudt. Om die vraag te kunnen beantwoorden heeft de Amsterdam School of Management de Ont-poldertest ontworpen. Wie deze test doet weet of hij of zij de kunst van het ont-polderen onder de knie heeft of nog het nodige moet investeren om tot een echte dialoog met daadkracht te kunnen komen. Zo is het ontmantelen van allerlei hindernissen van belang, moeten formele posities ruimte maken voor nieuwe ideeën en moet samenwerking van onderop leiden tot een versnelling van de besluitvorming. Binnen dit ont-polderen verdringt creativiteit de steeds groter wordende stroperigheid en staat de deelname van iedereen centraal in plaats van het uitsluiten van bepaalde groepen. Dit laatste element zal een groot struikelblok voor Wilders zijn want hoewel hij als geen ander ferme ont-polderteksten in de mond neemt, sluit hij met zijn anti-islamhouding feitelijk delen van de bevolking uit.

Door eerst zijn gesprekspartners de ont-poldertest af te nemen weet de informateur wat voor vlees hij in de kuip heeft. En wie echt de kunst van het ont-polderen beheerst, beseft dat tegenstellingen resultaatgericht overbrugd moeten worden. Het Nederlandse landschap is ooit polderend tot stand gekomen en dit poldermodel uit de lage landen stond internationaal in de belangstelling. In het politieke bedrijf is echter het poldermodel in een negatief daglicht komen te staan vanwege onderling getouwtrek, wederzijds zwartepieten, oeverloos gepraat en vooral géén daadkracht tonen. Om die reden is het ont-polderen dringend nodig om het politiek bedrijf op een hoger plan te tillen en te laten zien dat democratische processen springlevend kunnen zijn. Kortom, en vanuit een heel ander perspectief dan de sombere politici ons doen geloven: we mogen de kiezers dankbaar zijn dat ze hun stem op deze wijze hebben uitgebracht

Giep Hagoort is hoogleraar kunst en economie in Utrecht en
dean van de Amsterdam School of Management.


column Giep Hagoort
14 mei, 2010

Jack is een Jago en overwint

Geen twijfel mogelijk: Jack de Vries, demissionair staatssecretaris van Defensie die scharrelde met zijn adjudante en door zijn vrouw het huis is uitgezet, heeft mentaal al maandenlang afscheid genomen van de politiek. Het gaat er alleen om op welke wijze dit afscheid met maximaal profijt voor Jack kan worden vormgegeven. Het verlies van zijn politieke positie is door hem ingecalculeerd ten voordele van een hoge en goed betalende functie elders, vermoedelijk bedrijfsleven. De lage peilingen voor het CDA in aanloop van de verkiezingen van 9 juni werden door Jack ook al tijden voorzien. Zijn geheime wapen in de persoon van Balkenende heeft zijn glans verloren en het leven van Jack bestaat nu eenmaal uit het profiteren van de opkomst en het verval van machthebbers. Mocht Jack nog in functie zijn dan zal het verlies van het CDA hem als CDA-strateeg voor de volle 100% worden aangerekend. Een dergelijke smet is hoogst onwelkom en staat een verdere groei van zijn persoonlijke machtspositie in de weg. Jammer van die aardige en knappe Adjudante die moest worden overgeplaatst. Erg zielig voor die twee jonge zoontjes van Jack. Maar alles heeft zijn prijs.

Hoe weet ik zo zeker dat bovenstaande schets dicht bij de uiteindelijke waarheid zal liggen? Ik ben geen helderziende, noch ben ik redacteur bij de sensatiepers. Ik bestudeer al zeer lang de toneelfiguur Jago uit het dramastuk Othello van William Shakespeare. Jago is een meesterintrigant, heeft uitsluitend zijn persoonlijk belang op het oog, verpakt dit belang in publieke taal en schuwt het verdraaien van de waarheid niet. Vanuit deze professionele achtergrond analyseer ik samen met theatermakers bestuurders en bedrijfsmanagers aan de hand van dit Jagoprofiel. Al eerder publiceerde ik daarover bijvoorbeeld over de topmanagers in de Laurus-Konmar case uit 2001. Vooral in het bedrijfsleven komen we de Jago's tegen die naar eigen zeggen anders geen reorganisaties tot een succes kunnen brengen.

Analyseren we het gedrag van Jack dan komt een aantal opvallende zaken naar voren. Ik noem er twee. Jack is bekend om zijn uitspraak dat hij 'de randen van de waarheid zoekt'. Hij deed deze uitspraak in zijn functie als spin doctor voor het CDA tevens politiek assistent van Balkenende. De politiek en de pers hebben gesmuld van deze uitlating maar het heeft dezelfde politiek en pers blind gemaakt voor de grote maatschappelijke en politieke schade die zo'n gedrag met zich meebrengt. In de taal van Jago betekent zo'n gedrag een licence to lie. Overigens was Jago zelf in een gesprek met een bevriend soldaat openhartig daarover met zijn uitlating: I am not who I am. Het tweede voorval betreft de beroemde uitspraak van Balkenende richting zijn tegenstander Bos tijdens een verkiezingsdebat uit 2006: U draait en u bent niet eerlijk. Zo'n uitspraak - ook uit de koker van Jack - is zo verpletterend dat het de tegenstander geen ruimte laat voor een antwoord: het kwaad is al geschied. Of het waar is doet er niet toe want daar zijn de Jago's ook niet echt in geïnteresseerd. In het drama van Othello is Jago de enige overlevende, een dode generaal en zijn echtgenote achter zich latend. In de moderne maatschappij gaat het er allemaal wat 'schoner' toe maar de mechanismen van intriges zijn dezelfde. Wat waren Jago's laatste woorden toen iedereen een verklaring voor zijn gedrag verlangde? Uit mijn mond geen woord! Dat is momenteel wat er aan de hand is. Jack is nog lang niet uitgespeeld en overwint persoonlijk deze crisis met glans.

Giep Hagoort is hoogleraar kunst en economie in Utrecht en
dean van de Amsterdam School of Management.


column Giep Hagoort
3 mei, 2010

Het Innovatieplatform is dood,
leve het Innovatieplatform!


Politici, wetenschappers en de media zijn het voor één keer met elkaar eens: het door het Kabinet Balkende II gestarte Innovatieplatform is een flop geworden. Grootste bezwaar: mooie woorden zijn niet omgezet in daden. Nederland is qua daadkracht en innovatiekennis niet boven het maaiveld uitgestegen en dat was wel de intentie. Kan het aan het platform bestede belastinggeld als weggegooid worden beschouwd? Zoals het er nu uitziet wel maar er is nog een mogelijkheid om het verlies om te zetten in winst. Maar dan moet wel worden ont-polderd. Laten we beginnen met de samenstelling. Premier Balkenende trad op als voorzitter. Zo adviseerde voorzitter Balkenende aan premier Balkenende. Als het om innovatie gaat moet men onorthodoxe maatregelen durven nemen maar dit is je reinste polderkolder. Sommige rapporten van het platform (bijvoorbeeld over de creatieve industrie) hadden een bedenkelijk niveau. Een beetje premier zou zo'n rapport nog niet in ontvangst willen nemen. Met twee handen op één buik verdwijnt echter elke kritische distantie. Tijdens het kabinet Balkenende IV trad de voormalige Volkskrant columnist Plasterk toe tot het platform, in zijn hoedanigheid als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In zijn columns had deze bestuurder al flink tegen het platform gefulmineerd. De verwachtingen waren dan ook hoog gespannen: nu gaat er echt iets veranderen in innovatieland. In het algemeen wordt de toegevoegde waarde van deze inmiddels ex-minister al flink betwijfeld maar in het geval van het platform is ronduit sprake van wanprestatie. En dat geldt grosso modo ook voor de andere leden van het platform die weliswaar prominente posities in het bedrijfsleven, het adviescircuit en de wetenschap innemen maar onder hun kunnen hebben gefunctioneerd.
Dit platform staat te verdwijnen en er is buiten het ledental werkelijk niemand te vinden die dat betreurt.

Behalve dan ikzelf.
Ik ben er een groot voorstander van om via het ont-polderen te laten zien dat het wel zinnig is om in Nederland een vooraanstaand netwerk te hebben dat als aanjager van innovatie en vernieuwing opereert. De aanval moet niet alleen worden ingezet op de poldercultuur (met elkaar rond de tafel zitten maar geen daadkracht tonen), de subsidiecultuur (het onder elkaar verdelen van de financiële onderzoeksmiddelen) maar ook op het verstrekken van innovatiemiddelen aan het grote bedrijfsleven ten koste van het regionale MKB. Zo'n ont-polderoperatie vereist inderdaad een onorthodoxe aanpak, maar dan wel eentje van onderop. Concreet: succesvolle ondernemers worden gevraagd de regionale innovatiekar te trekken; plaatselijke doorgroei-MKB bedrijven worden gefaciliteerd met extern geld; en regionale kenniscentra ondersteunen dit innovatievermogen met praktijkgericht onderzoek. In de creatieve industrie werkt men in 90% van de bedrijven met niet meer dan 5 personen en deze maken 90% van de bedrijvigheid uit. Rond de 50% van deze bedrijven bestaan uit freelancers. Zijn deze cultureel ondernemers ook maar een moment gesteund door het Innovatieplatform oude stijl? Het antwoord is nee. Met een regionale aanpak van innovaties zouden dergelijke cijfers aanleiding zijn om groots en meeslepend uit te pakken.
De hier bepleite regionale innovatiekarren kunnen worden overkoepeld door inderdaad een Innovatieplatform nieuwe stijl maar geen regent-bestuurder die daarvan deel uit maakt. Zo'n landelijk platform durft stelling te nemen, ruimt hindernissen in de polder op en zet bij wijze van spreken het 'ons-kent-ons' onder water. Kortom: Het Innovatieplatform is dood, leve het Innovatieplatform!

Giep Hagoort is hoogleraar kunst en economie in Utrecht en
dean van de Amsterdam School of Management.